19
4e afd.
23 februari 1967
TOELICHTING BIJ HET BESTEMMINGSPLAN VOOR EEN TERREIN
TEN ZUIDOOSTEN VAN „DE GLIP II"
Bij raadsbesluit van 26 maart 1964, nr. 43, is vastgesteld de partiële her-
zienmg van het uitbreidingsplan LIV C („Plan Glip II"). Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland hebben deze herziening slechts gedeeltelijk goed-
gekeurd; zij hebben goedkeuring onthouden aan het plangedeelte voor de
terremen ten zuidoosten van de geprojecteerde verlengde Glipper Dreef,
zulks op grond van de omstandigheid dat in dit plangedeelte, waarin de
gronden zijn bestemd voor ,,land- en tuinbouwgebied", ten behoeve van de
eventueel op te richten bebouwing een voorgevelrooilijn ontbreekt, hoewel
m artikel 4 van de bebouwingsvoorschriften, regelende de bestemming
„land- en tuinbouwgebied" wel sprake is van een rooilijn. Aan genoemd
artikel îs eveneens goedkeuring onthouden, mede omdat dit geen duide-
hjke begrenzmg van het maximum aantal woningen per bedrijf inhoudt.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 30 van de Wet op de Ruimte-
lijke Ordening dient voor bedoeld gebied een nieuw bestemmingsplan te
worden vastgesteld, waarbij met de beslissing van Gedeputeerde Staten
rekenmg wordt gehouden.
Het nieuwe plan is vervat in de tekening nummer 4.54.C.6B. De betrok-
kcn gronden zijn ook thans bestemd voor land- en tuinbouwgebied; op 20 m
uit de weggrens van de in het plan „Glip II" opgenomen verlengde Glipper
Dreef is een voorgevelrooilijn aangegeven.
In de bij het plan behorende voorschriften, welke voor zover nodig zijn
aangepast aan de Wet en het Besluit op de Ruimtelijke Ordening, is onder
meer het per bedrijf te bouwen aantal woningen aan een maximum gebon-
den.
Behoort bij raadsbesluit van 23 februari 1967, no. 19.
De voorzitter,