25
4e afd.
23 februari 1967
5e WIJZIGING LEGESVERORDENING.
Heemstede, 8 februari 1967.
Aan de Raad.
De legesverordeningvastgesteld bij uw besluit van 28 januari 1960, nr.
14, is sedertdien behoudens enkele incidentele wijzigingen niet herzien. Naar
onze mening bestaat er alleszins aanleiding tot verhoging van verscheidene
in deze verordening vermelde tarieven. Sedert 1960 zijn immers de kosten
van de diverse stukken en verrichtingen aanmerkelijk gestegen. Bovendien
zijn enige tarieven ook in 1960 niet verhoogd; zij dateren veelal nog van
1947. Voorts mag o.i. ook het feit dat in omliggende gemeenten over het
algemeen veel hogere tarieven gelden, als een argument voor verhoging van
de Heemsteedse tarieven worden aangevoerd.
Wij hebben derhalve een nieuwe tarieflijst ontworpen, waarbij met ge-
noemde argumepten rekening is gehouden. Uit het vorenstaande volgt reeds
dat de verhoging niet in alle gevallen op hetzelfde percentage kan worden
gesteld. Enkele bedragen kunnen zelfs în het geheel niet worden verhoogd,
daar wettelijke voorschriften dit verbieden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de
tarieven voor jachtakten en voor inlichtingen uit het bevolkingsregister,
welke gevraagd worden door kerkgenootschappen e.d. of ten behoeve van
wetenschappelijke of filantropische doelen enz.
Uiteraard wordt met de verhoging niet beoogd in alle gevallen een zo vol-
ledig mogelijke vergoeding van kosten te verkrijgen. Afgezien van het
feit, dat deze kosten vaak niet nauwkeurig of zelfs maar bij benadering
kunnen worden bepaald en van geval tot geval ook sterk verschillen,
zou het streven naar een volledige vergoeding veelal ook onjuist zijn. Dit
geldt met name voor de in afdeling I omschreven vergunningen, ontheffin-
gen e.d., welke het gemeentebestuur krachtens zijn publiekrechtelijke taak
moet afgeven.
Niettemin achten wij in het algemeen een verhoging van het thans voor
deze vergunningen, ontheffingen e.d. geldende bedrag ad f 1,tot f 2,
alleszins verantwoord; dit is het laagste bedrag dat in omliggende ge-
meenten is vastgesteld. Voor bijzondere, in de lijst met name genoemde
vergunningen, zoals vergunningen e.d. ingevolge de Drankwet of de Hin-
derwet, waarvoor vrijwel altijd veel werk moet worcTen verricht, is een hoger
tarief op zijn plaats. Ook hierbij is in de meeste gevallen uitgegaan van een
verhoging van 100%.
Voor enkele zeer eenvoudige vergunning e.d. kan met een lager bedrag
dan f 2,worden volstaan. 1,1
Het onderdeel ,,Woningwet en Wederopbouwwet" dient aangepast te
worden aan de nieuwe wettelijke bepalingen. Verder ware een betere rege-
ling op te nemen voor de bepaling van de bouwkosten, waarnaar de leges
voor bouwvergunningen moeten worden berekend. Aangezien de legesbedra-
gen rechtstreeks afhankelijk zijn van de sedert 1960 sterk gestegen bouw-
kosten, bestaat er geen aanleiding het legesbedrag voor een normale bouw-
vergunning ad f 4,per f 1.000,bouwkosten te verhogen.
Voor zoveel de in de afdeling II van de tarieflijst opgenomen administra-
aiensten betreft kunnen de werkelijke kosten in het algemeen vrij
nauwkeurig worden berekend. Bij de bepaling van dë voorgestelde verho-
gingen is dan ook zoveel mogelijk op de werkelijke kosten gelet. In sommi-
ge gevallen behoren deze o.i. geheel of nagenoeg geheel te worden vergoed.
lS l7Cl0r ,d noemen wij het verstrekken van grote aantallen inlichtingen
uit het bevolkingsregister en uit de registers van de burgerlijke stand, an-
aers dan aan kerkgenootschappen of ten behoeve van wetenschappelijke of
tnantropische doeleinden enz., d.w.z. bijna aitijd voor commerciële doel-
emaen.