e. balken van een plat of hellend dak om de andere met ankers die tot ter minste 1 m beneden de balk reiken. 5 Niet van toepassing is het bepaalde in de leden 1, 3 en 4, onder a, b en c, op de vloer, welke op minder dan 1,5 m boven het bij het gebouw aansluiten- de terrein is gelegen. 6 Ankers, krammen en doken ter bevestiging van aan de buitenlucht gelegen bekledingsplaten van steenachtig materiaal of metselwerk van natuursteen moeten van voldoende sterkte en corrosiebestendig zijn. Paragraaf 4: Vloeren, liggers en plafonds ARTiKEL 175 Beperking van de toepassing der hepalingen De bepalingen van deze paragraaf zijn n/'et van toepassing op trapbordessen, 1 ARTIKEL176 Brandveiligheid en gasdichtheid van vloeren vi plafonds van tot be- woning bestemde gebouwen 2 1 Vloeren van tot bewoning bestemde gebouwen, met uitzondering van een- gezinshuizen, moeten ten aanzien van de brandveiligheid de in tabel 6*) genoemde eigenschappen bezitten. 3 Vloeren van eengezinshuizen moeten ten aanzien van de brandveiligheid de in tabel 7 genoemde eigenschappen bezitten. Niet van toepassing zijn voorgaande bepalingen op vlieringvloeren. 2 Bij de beoordeling van de in dit artikel genoemde eigenschappen mogen plafonds en dekvloeren worden medegerekend. 3 Vloeren, deel uitmakende van de hoofddraagconstructie van een tot bewoning bestemd gebouw moeten, indien enige verdiepingvloer, met uitzondering vao de vloer van een bergzolder, hoger ligt dan 12,5 m boven peil, een brand werendheid van ten minste 120 minuten bezitten. 4 4 Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van vloeren of plafonds van tot bewoning bestemde delen van gebouwen met betrekking tot: Zie voor tabel 6 blz. 158163 en voor tabel 7 blz. 164167. 106

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 116