Wegen
Paragraaf I: Aanleg van wegen
ARTIKEL 287 Aanleg van wegen
1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunnmg von
de gemeenteraad een weg aan te leggen.
Niet van toepassing is voornoemd verbod op:
a. wegen, bestemd voor openbare weg in de zin van de Wegenwet, welke
door het Rijk, de provincie, de gemeente of een waterschap ter uitvoering
van zijn (haar) publiekrechtelijke taak worden aangelegd en
b. op andere dan tot openbare weg in de zin van de Wegenwet bestemde
wegen.
2 Onder het aanleggen van een weg wordt mede verstaan het verlengen, ver-
hogen, verlagen of verbreden, het aanbrengen of wijzigen van een verharding,
het wijzigen van het beloop van een weg en het aansluiten van een weg aan
het plaatselijk wegennet.
ARTIKEL 288 Aanvraag vergunning tot wegaanleg
1 De vergunning, bedoeld in artikel 287, moet schriftelijk worden aangevraagd.
2 Bij de aanvraag moeten de ter beoordeling nodige tekeningen en verdere be-
scheiden worden gevoegd.
3 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen met
betrekking tot de inrichting en de inhoud van de aanvraag en de daarbij be-
horende bescheiden.
4 Indien ten behoeve van de aanvraag tekeningen door de gemeente zouden
moeten worden vervaardigd, is de aanvrager verplicht de hieraan verbonden
kosten te vergoeden.
ARTIKEL 289 De vergunning tot wegaanieg
1 Op een aanvraag om vergunning tot wegaanleg beslist de gemeenteraad
binnen zes maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.
Zie bijlage B.
187