Bestaande bouwwerken enz.
ARTIKEL 321 Aanrecht en gootsteen
Een woning moet zijn voorzien van een doeltreffend geplaatst en ingericht
aanrecht met een op een afvoerleiding aangesloten gootsteen.
Paragraaf 3: Afvoerleldingen
ARTIKEL 322 Afvoerleidingen
1 Een gebouw moet zijn voorzien van de nodige afvoerleidingen.
2 Als nadere eis kan worden gesteld, dat een bouwwerk, geen gebouw zijnae,
van de nodige afvoerleidingen wordt voorzien.
3 Als nadere eis kan worden gesteld, dat afvoerleidingen worden aangesloten
aan het openbare riool op in die nadere eis aan te geven wijze.
4 Ais nadere eis kan worden gesteld, dat op afvoerleidingen de artikelen 238,
leden 2 en 4 onder b, 239, 240, leden 2, 3 en 4, 241 t/m 248, 250, 251 en 252
en de in de artikelen 249 en 253 bedoelde nadere regelen geheel of gedeelte-
lijk van toepassing zijn.
Paragraaf 4: Beschikbaarheid van drinkwater
ARTIKEL 323 Drinkwater voor tot bewoning bestemde gebouwen
1 Een tot bewoning bestemd gebouw moet zijn voorzien van een middel tot het
betrekken van deugdelijk drinkwater.
2 Het in het vorige lid bedoelde middel moet bestaan uit een aansluiting aan
het distributienet van de waterleiding, indien het gebouw zich bevindt op een
afstand van ten hoogste 50 m van een leiding van het distributienet, dan wel
op een grotere afstand, indien de kosten van aansluiting voor de betrokkene
niet hoger zijn dan bij een afstand van 50 m.
3 De in het vorige lid bedoelde afstand wordt gemeten langs de kortste lijn,
langs welke een aansluiting zonder bezwaren kan worden gemaakt en tot het
207