Waar hier de grens ligt, is mede een beleidskwestie bij de toepassing der
bepalingen.
Zowel de draagconstructie voor een reclame als de reclame zelf zullen op
hun uiterlijk beoordeeld moeten worden. De reclame zelf bovendien nog met
betrekking tot andere belangen, zoals verkeersveiligheid, het niet hinderlijk
zijn voor de omgeving (belemmering van het uitzicht, radiostoring of hinder-
lijke lichtstraling bij intermitterend licht), de toelaatbaarheid van de tekst of
de uitbeelding met betrekking tot de openbare orde en zedelijkheid.
Uit het bovenstaande blijkt wel dat het toezicht op reclames, voor wat de
draagconstructies van reclame betreft, de Woningwet tot basis heeft en, voor
wat de reclame zelf betreft, op de gemeentewet (artikel 168) gebaseerd zal
moeten zijn, met name als het gaat om:
a. de ,,welstand" van reclames die geen bouwwerken zijn,
b. de verkeersveiligheid.
c. de hinderlijkheid voor de omgeving,
d. de openbare orde en zedelijkheid.
Doeltreffend lijkt daarom voor een regeling voor reclames onderscheid te
maken tussen enerzijds draagconstructies van reclames en anderzijds de
reclames zelf.
Draagconstructies voor een reclame dienen, als zijnde „bouwwerken", op
hun bouwtechnische en welstandseigenschappen aan de bepalingen van de
bouwverordening te worden getoetst. Voor deze bouwwerken zal dan in het
algemeen een bouwvergunning vereist zijn. Het aanbrengen van een zodanige
constructie op of aan een gebouw zal daarbij beschouwd kunnen worden
als het oprichten van een afzonderlijk bouwwerk en niet als het veranderen
of vergroten van het gebouw, waarop of waaraan de draagconstructie beves-
tigd wordt. In de mogelijkheid tot vrijstelling voor overschrijding van de
bouwhoogte (stellages op daken) en voor overschrijding van de rooilijnen
(uithangborden) moet dan zijn voorzien.
Het toezicht op de reclames zelf kan wellicht het beste in een afzonderlijke
verordening op grond van artikel 168 van de gemeentewet worden onder-
gebracht. De beoordeling van eigenschappen met betrekking tot het uiterlijk,
de verkeersveiligheid, de toelaatbaarheid uit een oogpunt van hinder voor
46