Inrichting van gebouwen
Wenk voor de toepassing
Dit artikel is blijkens zijn bewoordingen van toepassing op alle trappen, toe-
gangen enz. Dus ook op die van niet tot bewoning bestemde gebouwen en
op die van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De aanwezigheid van nood-
trappen is een zaak van het veilig ontkomen bij brand en kan op grond van
artikel 254, lid 2, onder a, worden geëist.
ARTIKEL 101
Wenken voor de toepassing
Lid 2. Deze nadere eis is bedoeld voor bijzondere woongebouwen, die be-
stemd zijn voor bejaarden en ander groepen van personen voor wie trappen
klimmen in verband met hun gezondheid bezwaren ontmoet.
Lid 3. De nadere eisen, die op grond van dit lid kunnen worden gesteld,
betreffen in hoofdzaak:
a. het aantal liften,
b. de plaats van de liftschacht(en),
c. de capaciteit van elke lift, waarmede o.m. de snelheid van de lift verband
houdt,
d. het aantal stopplaatsen en het peil van de laagste en hoogste stopplaats,
e. de inrichting van de lift, waaronder in ieder geval te rekenen de besturing
van de lift, de oppervlakte en inrichting van de kooi (zulks mede in verband
met artikel 102) en het hefvermogen.
De veiligheid van liften is geregeld in het op de Wet gevaarlijke werk-
tuigen steunende Liftenbesluit I. Raadpleging van dit besluit bij de toe-
passing van liften is beslist noodzakelijk.
ARTIKEL 102
Toelichting op het ontstaan
Ud 2. De eis van het aanbrengen van een ..hijsbalk" is als nadere eis opge-
nomen, omdat deze hijsbalk nog niet in alle gemeenten met meergezinshuizen
toepassing vindt. De behoefte aan het stellen van de eis blijkt toe te nemen.
Wenken voor de toepassing
Lid 1. Deze bepaling heeft betrekking op de afmetingen van de beweegbare