Inrichting van gebouwen
Ruimten voor het houden van bijeenkomsten
Het karakter van deze ruimten vraagt om een mechanische ventilatie. De
capaciteit moet zodanig zijn, dat de lucht in de ruimte 5 tot 8 maal per uur
kan worden ververst, al naar gelang er niet of wel mag worden gerookt.
Stalien
De aanvoer van verse lucht moet in een stal regelbaar zijn en de aanvoer-
openingen moeten gelijkmatig over de stal zijn verdeeld.
In een besloten rundveestal dient de gezamenlijke oppervlakte van de aan-
voeropeningen ten minste gelijk te zijn aan het aantal stuks vee, waaraan de
stal plaats biedt, maal 3 dm2 met een minimum van 1/150 deel van de vloer-
oppervlakte.
In een paardestal moet de vorenbedoelde oppervlakte ten minste gelijk zijn
aan het aantal paarden, waaraan de stal plaats biedt, maal 5 dm2 met een mini-
mum van 1/100 deel van de vloeroppervlakte.
In een varkensstal moet de vorenbedoelde oppervlakte ten minste 1/100 deel
van de vloeroppervlakte bedragen.
Ook de afvoer van staldampen in de vorengenoemde stallen moet regelbaar
zijn. De gezamenlijke oppervlakte der afvoeropeningen moet gelijk zijn aan
die van de aanvoeropeningen. Indien ventilatiekokers worden toegepast,
moeten deze ten minste 50 cm boven het hoogste punt van het dak uitmon-
den en van een kap tegen valwinden zijn voorzien.
Het is niet raadzaam ventilatiekokers boven de standplaatsen van het vee
aan te brengen, tenzij een voldoende afscherming tegen invallende koude
lucht is aangebracht.
Paragraaf 5: Diverse voorzieningen in gebouwen
ARTIKEL 120
Toeiichting op het ontstaan
ln dit artikel Is de feitelijke inhoud van de leden 1 t/m 3 van artikel 8 van het
Besluit Uniforme Bouwvoorschriften opgenomen.
0 Deze richtlljnen voor de ventllatie van stallen zljn ontleend aan een rapport van een werkgroep
van functionarissen ult de kringen van bouwnljverheld en landbouw. De werkgroep stond onder voor-
zitterschap van ir. F. Ottevangers, hoofdingenleur-directeur van de volkshuisvesting en de bouw-
nljverheid voor de provincie Noord-Holland.
97