3. een deel van het open erf wordt ingenomen door bouwwerken, als bedoeld
in artikel 48, onder h, I, n en o.
b. van het bepaalde in lid 2:
1. indien een gunstige andere indeling van het open erf aanwezig is, waarbij
dit vanuit het gebouw toegankelijk is;
2. voor wat betreft de toegankelijkheid van het open erf vanuit het gebouw,
indien het open erf deel uitmaakt van een gemeenschappelijke tuin en de
benedenwoningen beschikken over een open ruimte, die dezelfde oppervlakte
heeft als de balkons, bedoeld in artikel 77, lid 1.
ARTIKEL50 Bijgebouwen bij tot bewoning bestemde gebouwen
1 Het bij een eengezinshuis behorende open erf mag, voor zover het achter dat
huis is gelegen en zo nodig vrijstelling is verleend van het verbod tot over-
schrijding van de achtergevelrooilijn zijn bebouwd met:
a. een bergplaats voor huishoudelijke doeleinden met geen grotere inwendige
oppervlakte dan 8 m2 en geen grotere gemiddelde uitwendige hoogte dan 2,5 m,
mits de bergplaats op ten minste 3 m afstand van de woning is gelegen;
b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, met geen grotere gemiddelde uitwendige
hoogte dan 1,5 m en te zamen geen grotere inwendige oppervlakte dan 6 m2 en
c. een bij het ééngezinshuis behorende garage, indien deze van een weg af
met motorvoertuigen bereikbaar is, met geen grotere inwendige oppervlakte
dan 18 m2 en geen grotere gemiddelde uitwendige hoogte dan 2,5 m en mits
de garage op ten minste 3 m afstand van het hoofdgebouw is gelegen.
2 Het bij een tot bewoning bestemd gebouw, geen eengezinshuis zijnde, be-
horende open erf mag, voor zover dat achter dat gebouw is gelegen en zo
nodig vrijstelling van het verbod tot overschrijding van de achtergevelrooilijr
is gegeven, zijn bebouwd met één bergplaats voor huishoudelijke doeleinden
en één garage voor iedere woning in het gebouw, mits de bergplaats en de
garage op ten minste 6 m afstand van het hoofdgebouw zijn gelegen.
Deze bergplaats en garage mogen per woning geen grotere afmetingen heb-
ben dan onderscheidenlijk genoemd in lid 1, onder a en c.
3 Onder gemiddelde uitwendige hoogte wordt in dit artikel verstaan het ge-
middelde van de hoogten van het hoogste en het laagste punt van het dak.