Paragraaf 6: Hoogte van bouwwerken
ARTIKEL53 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn
1 Behoudens het bepaalde in artikel 57 bedraagt de grootste toegelaten hoogte
van een bouwwerk in het vlak door de voorgevelrooilijn 1 m, vermeerderd met:
a. in de bebouwde kom éénmaal de afstand tussen de voorgevelrooilijnen
langs de betreffende weg;
b. buiten de bebouwde kom 3/4 maal de afstand tussen de voorgevelrooi-
lijnen langs de betreffende weg.
Niet van toepassing is voorgaande bepaling op hoekbebouwing aan wegen,
waarvan de afstand tussen de voorgevelrooilijn onderling verschilt, in welk
geval aan de zijde van de smalle weg tot de hoogte, welke aan de brede
weg is toegelaten, mag worden gebouwd over een lengte van de hoek af gelijk
aan de afstand tussen de voorgevelrooilijnen van de smalle weg, doch over
geen grotere lengte dan 15 m.
2 De in lid 1 bedoelde afstand wordt gemeten haaks op de betreffende voor-
gevelrooilijn in het midden van de breedte van het bouwwerk of de projectie
daarvan op de voorgevelrooilijn.
3 Indien aan de overzijde van de weg een voorgeveirooilijn ontbreekt, geldt ter
bepaling van de grootste toegelaten hoogte, bedoeld in lid 1, de dichtstbij
gelegen tegenoverliggende rooilijn.
Indien de tegenoverliggende rooilijn plaatselijk is onderbroken geldt ter plaatse
van de onderbreking de verstverwijderde van de beide ter weerszijden van
de onderbreking voorkomende rooilijnen.
ARTIKEL 54 Toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn
1 Behoudens het bepaalde in artikel 57 bedraagt de grootste toegelaten hoogte
van een bouwwerk in het vlak door de achtergevelrooilijn 1 m, vermeerderd
met:
a. in de bebouwde kom: éénmaal de afstand tot de tegenoverliggende
achtergevelrooilijn in hetzelfde bouwblok;
b. buiten de bebouwde kom: 3/4 maal de afstand tot de tegenoverliggende
achtergevelrooilijn in hetzelfde bouwblok.