Inrichtlng van gebouwen
een breedte heeft van ten minste 1 m. Van de andere bergplaats mag dan
de lengte noch de breedte kleiner zijn dan 1 m.
ARTIKEL 64 Verbod tot het maken van bedsteden
Bedsteden mogen niet worden gemaakt.
ARTIKEL 65 Bereikbaarheid van boven of beneden peil gelegen ruimten
Voor mensen toegankelijke besloten of open ruimten van tot bewoning be-
stemde gebouwen moeten bereikbaar zijn door middel van vaste trappen, be-
weegbare trappen of hellingbanen, indien de vloer van deze ruimten meer dan
20 cm boven of beneden peil ligt.
Niet van toepassing is het bepaalde in het voorgaande van dit lid op binnen
een woning gelegen, voor bergingsdoeleinden bestemde, zolders of vlieringen,
indien deze ruimten bereikbaar zijn door middel van losse trappen.
Nadere eisen kunnen worden gesteld in het belang van de veiligheid met be-
trekking tot de bereikbaarheid door middel van trappen van voor mensen
toegankelijke besloten of open ruimten van niet tot bewoning bestemde
gebouwen.
ARTIKEL66 Onderlinge bereikbaarheid van ruimten van woningen. Bereikbaarheid
van het open erf
Alle in art. 62, lid 1, onder a tot en met e en g genoemde ruimten, alsmede
alle verdere tot een woning behorende kamers en keukens moeten binnen
de woning bereikbaar zijn.
De tot een woning behorende balkons, veranda's, loggia's of platten en het
tot een woning behorende open erf moeten rechtstreeks vanuit de woning
toegankelijk zijn.
Een tot een woning behorende kamer mag niet uitsluitend via een badruimte,
een keuken of een privaat toegankelijk zijn en evenmin uitsluitend via een
andere kamer, tenzij deze laatste kamer de kamer is, bedoeld in art. 72, iid 2
(hoofdwoonkamer).
Een tot een woning behorende keuken mag niet uitsluitend via een badruimte
of via een privaat toegankelijk zijn en evenmin uitsluitend via een kamer,
tenzij deze laatste de kamer is, bedoeld in art. 72, lid 2 (hoofdwoonkamer).
47