30 maart 1967 78 orde te stellen. De gang van zaken is geweest, dat de scheidsrechter, be- langrijk later dan zijn instructie hem voorschrijft, op het terrein is geko- men, dit terrein voorlopig heeft gekeurd en het vervolgens heeft laten prikken, zoals dat in vaktermen heet, om te kijken of het mogelijk was de plasvorming tegen te gaan. Daa.rna hebben de heer Van de Riet, de scheidsrechter en de consul van de K.N.V.B. de zaak andermaal bekeken. waarbij, naar spreker zich heeft laten vertellen, zowel de heer Van de Riet als de consul van de K.N.V.B. de scheidsrechter zeer nadrukkelijk hebben geadviseerd de wedstrijd alsnog af te gelasten. De scheidsrechter is ver- volgens naar zijn kleedkamer gegaan met de intentie dat hij zich nog even wilde beraden. Het eindresultaat was, dat omstreeks het aanvangsuur van de wedstrijd de scheidsrechter alsnog order gaf de wedstrijd te starten en met 22 spelers het veld opsopte. Toen is de heer Van de Riet nogmaals, thans vergezeld van een politieautoriteit, naar de scheidsrechter toegegaan en heeft hem gezegd dat hij, als directeur van de gemeentelijke sportpar- ken, zeer nadrukkelijk bezwaar had dat de wedstrijd doorgang zou vinden en het, voor zoveel nodig, verbood. De scheidsrechter heeft met het bekende handgebaar scheidsrechters eigen, zowel de heer Van de Riet als de politie- autoriteit naar de zijlijn verwezen. De wedstrijd is doorgegaan maar het resultaat is natuurlijk geweest dat na afloop van de wedstrijd bleek dat de grasmat van het terrein zeer veel had geleden. Spreker wil nog zeggen dat hij alle respect heeft voor de houding van de heer Van de Riet die niets heeft nagelaten om bij iedere gelegenheid dat het maar enigszins mogelijk was, te trachten de scheidsrechter alsnog van de dwalingen zijns weegs te doen terugfteren, maar deze man was wat dat betreft onver- murwbaar en heeft zijn eigen zin doorgedreven. Naar aanleiding van deze ontwikkeling heeft spreker twee vragen. Hoe ligt formeel de verhouding gemeente Heemstede-Stichting Sportparken-R.C.H.-K.N.V.B. Had de heer Van de Riet, als hij doorgezet had, inderdaad kunnen beletten dat de wed- strijd doorgang vond? Spreker wil nogmaals uitdrukkelijk stellen dat dit uiteindelijk praktisch niet meer mogelijk was want de Volendamse suppor- ters bleken zeer ongeduldig te zijn geworden en het had tot een werke- lijk palingoproer aanleiding gegeven als de heer Van de Riet in zijn hou- ding had volhard. Maar dat doet aan de feitelijke zaak niet af. Spreker zou graag willen weten hoe het formeel mogelijk zou zijn geweest deze wed- strijd niet door te laten gaan. Voorts vraagt spreker of er naar aanleiding van dit gebeuren geen aanleiding is om zich in een schrijven aan de K.N.V.B. ernstig te beklagen over de houding van deze scheidsrechter omdat door de eigengereidheid van een eenling (de scheidsrechter) bewust ernstige schade aan andermans eigendom is toegebracht. Wethouder mevrouw Van der Meulen heeft aan het verslag van de heer Rücker over het gebeurde .eigenlijk maar heel weinig toe te voegen. Inder- daad is het op deze wijze gebeurd. Ook zij meent dat de scheidsrechter fout is geweest. Hij had notitie moeten nemen van en gehoor moeten geven aan het verzoek van de heer Van de Riet, die in deze werd gesterkt door het advies van de consul. De scheidsrechter heeft dit niet gedaan. Inder- daad is er schade toegebracht aan gemeentelijk eigendom. Ogenblikkelijk is hierover een brief uitgegaan naar de K.N.V.B. Men heeft zich hierin over de houding van de scheidsrechter beklaagd en ook gesteld dat de schade die aan het gemeentelijke eigendom is toegebracht, vergoed zal moeten worden. Men is nu in afwachting van het antwoord van de K.N.V.B. Hoe dit alle juridisch precies ligt, weet spreekster niet. Er is haar gezegd dat de heer Van de Riet had kunnen doorzetten dat er niet gespeeld zou wor- den omdat het hier gaat om een gemeentelijk eigendom, maar dan had hij inderdaad met de sterke arm van de politie, en veel sterke armen, moeten optreden. Spreekster weet niet of dat in het eindstadium te doen was. Zoals de heer Rücker al zei, zou dit een enorme deining en een verschrik- kelijke toestand op het voetbalveld hebben gegeven, zoals men die helaas

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 23