27 april 1967 87 penning nu alleen wordt toegekend aan hen die zich jegens de gemeente in hoge mate verdienstelijk hebben gemaakt. Burgemeester en wethouders hebben in hun toelichting geen verklaring gegeven van het feit waarom het bepaalde in het oude artikel 3, dat in twee gedeelten was gesplitst, nu in één alinea is gecomprimeerd. Is er een wezenlijk verschil Spreker heeft de indruk, dat het ook voorheen wel de bedoeling zal zijn geweest dat al- leen dan een erepenning werd toegekend als men zich voor de gemeente verdienstelijk had gemaakt. Spreker vraagt zich af, of burgemeester en wethouders met dit voorstel een wezenlijk verschil in het beleid van de toekenning van erepenningen hebben bedoeld of dat het alleen maar een eenvoudiger redigeren van de tekst is. De voorzitter antwoordt dat burgemeester en wethouders met dit voor- stel gevolg geven aan een wens, die in de raad leefde, om uitsluitend ere- penningen in goud te verlenen. Dit is dus een terugkeer naar de gouden standaard. De tweede verandering betekent een beperking in de toekenning van de erepenning, omdat nu wordt voorgesteld deze uitsluitend toe te ken- nen aan hen die zich jegens de gemeente in hoge mate verdienstelijk hebben gemaakt. Tot nu toe was het n.l. mogelijk de erepenning ook toe te kennen aan hen, die door hun grote en algemeen erkende verdienste op enigerlei gebied, daarvoor in aanmerking kwamen, zonder dat met betrek- king tot de gemeente Heemstede zelf, iets verdienstelijks was gedaan. Het betreft dus een vermindering van de mogelijkheid om erepenningen toe te kennen. De heer Enschedé kan zich een grensgeval voorstellen n.l., dat een in- woner van Heemstede op wetenschappelijk gebied iets bijzonders heeft gepresteerd en als gevolg daarvan in de gehele wereld zou worden ge- sproken over meneer zo en zo uit Heemstede die dit of dat gedaan heeft. Spreker vraagt of zo'n geval onder de nieuwe redactie zou zijn onder te brengen, op grond van het feit dat de naam van de gemeente grote be- kendheid heeft gekregen. Meer beperkt zou het zijn, om een duidelijk voor- beeld te stellen, als het gaat om het dienen van de gemeente zelf hetgeen dan kan zijn in de vorm van een sehenking van grond aan de gemeente. De voorzitter antwoordt dat het de bedoeiing is dat de verdienste werke- lijk op de gemeente gericht moet zijn geweest. Het kan natuurlijk wel zijn, zoals de heer Enschedé stelt, dat iemand algemene verdienste heeft en dat ook de gemeente Heemstede daarvan heeft geprofiteerd, maar dan is de verdienste niet primair gericht geweest op de gemeente Heemstede. Burge- meester en wethouders willen dus speciaal wegens verdienste jegens de gemeente Heemstede een erepenning toekennen. De heer Butgers kan zich verenigen met het standpunt van burgemeester en wethouders om alleen erepenningen in goud toe te kennen en zich daarbij te beperken tot hen die zich tegenover de gemeente Heemstede verdienstelijk hebben gemaakt. Er zijn landelijke ereblijken genoeg om hen die in het algemeen belang hebben gewérkt, te kunnen eren. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gesteld. XVI. PLAATSING BENZINEPOMPEN OP OF AAN EEN WEG; VASTSTELLING NIEUWE VERORDENING BENZINEPOMPEN Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 61. Plaatsing benzinepompen op of aan een weg; vaststelling nieuwe verordening benzinepompen. 1 f VlFîïl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 7