7 F ro e> 1967 4e af d. 27-april 19C7 51 PLAATSING BENZINEPOMPEN OP OF AAN EEN WEG; VASTSTEtLEV<î(/NIEUWE VEBOKDENING BENZINEPOMPEN. Heemstede, 12 april 1967. Aan de Raad, Bij de behandeling van de gemeentebegroting voor 1967 hebben wij u toegezegd ons te zullen oriënteren omtrent het met betrekking tot de plaat- sing van benzinepompen te volgen beleid en u terzake eventueel een nota voor te leggen of voorstellen te doen. Naar aanleiding hiervan delen wij u het volgende mede. Voor het plaatsen en hebben van benzinepompen op particulier terrein is zoals u bekend is naast een vergunning ingevolge de Hinderwet meestal een vergunning vereist op grond van de Verordening Benzinepom- pen, vastgesteld bij uw besluit van 28 juni 1962, nr. 75. Deze verordening bepaalt namelijk dat het verboden is op of aan wegen een benzinepomp te plaatsen of te hebben zonder schriftelijke vergunning van ons college. Artikel 6 houdt in dat deze vergunning moet worden geweigerd indien de benzinepomp zodanig zou worden geplaatst dat; a. gevaar kan ontstaan voor de vrijheid of de veiligheid van het verkeer; b. de pomp een ontsierende werking zou hebben in de omgeving en c. hinder kan worden verwacht voor kerken, scholen, rusthuizen e.d. Het tweede lid noemt een aantal gevallen waarin gevaar voor de vrijheid of de veiligheid van het verkeer onder andere in het algemeen aanwezig wordt geacht. De vergunning kân door ons ingevolge artikel 7 worden ge- weigerd indien de pomp zou worden geplaatst voor een ander perceel dan dat waarbij de pomp behoort en indien een pomp welke bestemd is voor verkoop aan derden, zou worden geplaatst. 1. anders dan bij een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor de verkoop van brandstoffen of voor het herstellen van motorrij- tuigen in een gebouw; 2. anders dari bij een.bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor het stallen van motorrijtuigen in een gebouw met een oppervlakte van de bedrijfsruimte van tenminste 150 m-; 3. bij een bedrijf bestemd voor het stallen, onderhouden en herstellen van rijwielen met hulpmotor. De weigeringsgronden zijn tot dusverre vrijwel altijd toereikend geweest om de oprichting van pompen op ongewenste plaatsen te voorkomen. Niettemin achten wij een wijziging van artikel 7 gewenst om de plaatsing van pompen aan een weg volledig in de hand te kunnen houden. De beper- king tot pompen welke bestemd zijn voor verkoop aan derden dient daar- toe te worden opgeheven. Verder achten wij het wenselijk dat de punten 1, 2 en 3 enigszins worden gewijzigd; met name dient hierin o.i. te worden opgenomen dat bij het betrokken bedrijf parkeergelegenheid voor tenminste 15 personenauto's aanwezig moet zijn voor het herstellen en onderhouden. Tenslotte zou bepaald kunnen worden dat de vergunning in de in artikel 7 bedoelde gevallen als regel wordt geweigerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 1