155
31 augustus 1967
V. KREDIET VOOR HERSTEL VAN HET DAK VAN DE RUÏNE IN
GROENENDAAL
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
95. Herstel dak ruïne Groenendaal.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VI. KREDIET VOOR AANLEG VAN EEN WEG LANGS HET
HEEMSTEEDSE KANAAL
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
96. Aanleg weg langs Heemsteedse Kanaal.
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VII. WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE WINKELSLUITING
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
97. Wijziging verordening op de winkelsluiting.
De voorzitter zegt dat het college, naar aanleiding van het uitgebrachte
advies van de commissie voor de strafverordeningen, zich helaas genood-
zaakt ziet dit punt van de agenda af te voeren. Het college is van mening
dat met aanneming van dit voorstel althans een grote stap zou zijn gezet
op de weg naar een uniforme winkelsluiting. Gezien het feit dat burge-
meester en wethouders geadviseerd wordt zich nogmaals tot de 6 catego-
rieën winkeliers te wenden die nog niet bereid zijn hun winkels op maan-
dagochtend te sluiten, ziet het college zich genoodzaakt dit punt van de
agenda af te voeren.
De heer Verkouw vraagt het woord.
De voorzitter zegt geen debat te kunnen toestaan. Het punt is van de
agenda afgevoerd.
De heer Verkouw vraagt of hij over de procedure mag spreken.
De voorzitter herhaalt dat het punt van de agenda is afgevoerd. Spreker
heeft van het college opdracht gekregen speciaal naar voren te brengen,
dat burgemeester en wethouders het ten zeerste betreuren dat de behande-
ling van hun voorstel moet worden uitgesteld en dat het college dus niet
schuldig is aan het feit dat dit voorstel niet in deze vergadering wordt
behandeld.
De heer Verkouw betreurt dat ook. Hij wilde juist daar wat over zeggen.
Hij stond dus geheel aan de zijde van het college.
De voorzitter: „Als u het ook betreurt heb ik ook namens u gesproken."
De heer Verkouw: „Mag ik er ook niet bij de rondvraag op terug
komen
De voorzitter: ,,U mag een vraag stellen bij de rondvraag."
