28 september 1967 171 de beide voorgaande sprekers wel eens. Spreker is bang dat de doop duur- der zal komen dan de vis. De voorzitter gelooft niet dat men zich zoveel zorgen behoeft te maken. Burgemeester en wethouders vragen niet om een proces te voeren maar om verweer te voeren tegen een ingediende eis tot betaling van montagekosten en dat betreft maar een klein bedrag. Burgemeester en wethouders hebben de stukken in handen gesteld van de advocaat van de gemeente en die heeft geadviseerd dat burgemeester en wethouders zich moesten wenden tot een bepaalde Reichsanwalt in Stuttgart. Tot nu toe is na een brief- wisseling geen overeenstemming met de fa. Spieth bereikt. Er is gezegd dat de montagekosten 10 van de leveringskosten zouden bedragen of 560 DM. Er werd echter een rekening gepresenteerd van 1700 DM. Men kan zich op het standpunt stellen, dat men zijn recht wil hebben, al zal het nog zoveel kosten. Dat standpunt neemt het college niet in. Wel vinden burgemeester en wethouders dat zij niet zonder meer moeten voldoen aan de eis tot meerdere betaling van 1100 DM. Burgemeester en wethouders hebben aan de Reichsanwalt gevraagd te proberen een schikking tot stand te brengen, waardoor de zaak uit de wereld wordt geholpen. Spreker gelooft zelfs dat in de brief is vermeld dat de kosten niet boven 1100 DM uit zouden mogen gaan. De heer Rutgers zegt, dat naar zijn stellige overtuiging, hij meent zeker van zijn zaak te zijn, verweren betekent procederen. Als burgemeester en wethouders een machtiging vragen om zich te verweren, vragen zij in we- zen een machtiging om te procederen. Daar moet van uitgegaan worden. In het voorstel staat dat burgemeester en wethouders de advocaat van de gemeente gevraagd hebben een naam van een advocaat in Duitsland te noemen. Burgemeester en wethouders hebben bepaald geen advies van de advoeaat van de gemeente gekregen. De voorzitter: ,,Dan vergist u zich." De heer Rutgers: „De advocaat van de gemeente heeft mij gezegd dat hij bepaald niet heeft geadviseerd om te procederen." De voorzitter: ,,Wij hebben hem alle stukken doen toekomen en om ad- vies gevraagd. Hij heeft ons toen geadviseerd ons in verbinding te stellen met een advocaat in Stuttgart. Als de advocaat van de gemeente er hele- maal geen brood in had gezien had hij wel gezegd: gemeente betaal maar gauw." De heer Rutgers: ,,Dat is dan een communicatiefout. Hij heeft u een advocaat in Duitsland genoemd, maar hij vereenzelvigt zich bepaald niet met een advies om te procederen." De voorzitter zegt dat de heer Rutgers een z.i. onjuiste conclusie trekt. Hij gaat er van uit dat de advocaat van de gemeente zich helemaal niet in de stukken heeft verdiept en alleen een advocaat in Duitsland heeft aanbevolen. Dat laatste had hij ook kunnen doen zonder inzage van de stukken te nemen. Burgemeester en wethouders hebben juist de stukken toegezonden opdat hij zich er in zou gaan verdiepen. De heer Rutgers gelooft niet dat het juist is in deze vergadering verder te debatteren over wat de advocaat van de gemeente precies aan de ge- meente heeft geadviseerd. Spreker weet wêl dat de advocaat van de gemeente niet zal adviseren om voor 1100 DM in Duitsland een proces te gaan voeren. Dat zou bepaald onverstandig zijn. Natuurlijk moet de gemeente schikken en dat moeten burgemeester en wethouders hun advo- caat in Duitsland laten weten. Het staat te bezien of de getuigenis van de 5 getuigen doorslaggevend zal zijn, want het is de vraag of degene die die afspraak heeft gemaakt bevoegd was om dat te doen. Het is toch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 13