28 september 1968
179
de stoel van het college zou moeten gaan zitten om met de heren Van der
Weiden te gaan onderhandelen. De rentmeester van het grondbedrijf is
volkomen capabel om dergelijke onderhandelingen te voeren. Hij doet dat
altijd op een billijke wijze en zodanig, dat, wanneer een transactie is af-
gesloten, partijen elkaar de hand schudden en verklaren dat het een pleizie-
rige transactie is geweest. Dat kan in dit geval ook. Het is dan echter
wel nodig dat deze heren zich laten bijstaan door een terzake deskundige
b.v. iemand uit het Landbouwschap. Dat zou heel best kunnen. De voor-
gestelde commissie is naar de mening van het college volkomen over-
bodig.
Ook de heer Bomans heeft bezwaar tegen het voorstel van burgemeester
en wethouders. Spreker wil nogmaals verklaren dat men, door zijn stem aan
dit voorstel te geven, niet meewerkt aan de dood van een ander of iets
dergelijks. Burgemeester en wethouders staan niet met een mes in de hand
om deze heren de keel af te snijden, dat is helemaal de bedoeling niet.
De bedoeling is alleen tot een redelijke oplossing te komen en dat deze
heren nu goed weten dat die oplossing er komen moet en dat het nu ,,me-
nens" is.
De voorzitter zegt dat de suggestie van de heer Smit, een commissie
uit de raad te benoemen met de opdracht de onderhandelingen met de
gebr. Van der Weiden te voeren, een volkomen onverdiende blaam werpt
op de rentmeester van het grondbedrijf. De rentmeester geniet het volle
vertrouwen van het gehele college van burgemeester en wethouders. Hij is
keer op keer in onderhandeling getreden met de heren Van der Weiden.
Dat er tot nu toe geen overeenstemming is bereikt is niet aan hem te
wijten maar aan de heren Van der Weiden c.s. Burgemeester en wethou-
ders willen helemaal niet, zoals de heer Verhoeven al heeft gezegd, het
mes zwaaien, integendeel, zij zijn altijd bereid een overeenkomst te sluiten,
maar de heren Van der Weiden moeten wel beseffen dat het burgemeester
en wethouders ernst is en dat de rentmeester van het grondbedrijf met
de volkomen instemming van het gehele college deze onderhandelingen
voert.
De heer Rutgers wil, opdat het college niet de indruk zou krijgen dat
de raad in meerderheid zo zou denken als de heren Smit en Bomans, gaarne
namens zijn fractie verklaren, dat zij volledig akkoord gaat met wat het
college heeft voorgesteld. Spreker aarzelt zelfs of hij het gesprokene
door de wethouder, waar hij volledig akkoord ging met de woorden van de
heer Rücker, kan apprecieren. Het is duidelijk dat er een voorlopig besluit
tot onteigening moet worden genomen en het spreekt vanzelf en dat hoeft
hier echt niet zo breed te worden uitgesponnen, dat er intussen onder-
handeld moet worden. De onteigeningswet eist trouwens dat, alvorens de
procedure begint, er eerst wordt onderhandeld. De onderhandelingen blij-
ven open en dat hoeft helemaal niet zo nadrukkelijk naar voren te wor-
den gebracht.
De heer Verkouw zou zich bij de woorden van de heer Rutgers willen
aansluiten. Spreker kan zich voorstellen dat verschillende leden van de
raad in het krijt zijn getreden voor de belangen van degenen die hier partij
zijn. Maar die leden van de raad mogen de andere kant van de zaak niet
uit het oog verliezen. De wetgever heeft de gemeente het recht gegeven
om ten algemene nutte onteigening van erfpachtsrecht te vorderen. Spreker
vraagt zich af of het niet mede de taak van de raadsleden die in zo nauw
contact met de gebr. Van der Weiden hebben gestaan, was geweest om er
bij hen op aan te dringen de schadevergoeding die zij van de gemeente
willen hebben kenbaar te maken. Wij zitten hier allemaal om het algemeen
belang te dienen en het gaat er hier om of de bouw van de 308 woning-
wetwoningen voortgang zal kunnen vinden. Deze bouw wordt op het ogen-