180
28 september 1967
blik getraineerd door twee mensen die 18 maanden gelegenheid hebben
gehad om het bedrag van de door hen verlangde schadevergoeding te
noemen. Op dat punt zijn zij in gebreke gebleven. Spreker meent dat nu de
tijd gekomen is en dat de raad dit volledig en met een ruim hart kan doen
zonder zich maar enigermate bezwaard te gevoelen, om deze onteigemngs-
procedure in gang te zetten. Spreker is blij van de heer Rücker te hebben
gehoord dat ook zijn fractie van mening is dat dit moet gebeuren. De heer
Rücker heeft verder de hoop uitgesproken, dat in de tijd die nu voor ons
ligt, de partijen tot overeenstemming zullen komen. Spreker meent dat de
K.V.P.-fractie, die zich voor deze zaak zo heeft ingezet, de mooie taak is
weggelegd nu aan de andere kant te gaan staan en met de heren Van der
Weiden te gaan praten en te zeggen: doe van uw kant uw best om mee te
werken aan de totstandkoming van dit bouwplan waarmee de gehele
gemeente gediend zal zijn.
De heer Enschedé wii zich daar gaarne bij aansluiten, want het is zoals
de heer Verkouw zegt. Aan de ene kant hebben de sprekers aan sprekers
linkerzijde enige maanden geleden sterk aangedrongen op spoedige bouw
van de 308 woningen die hard nodig zijn, en aan de andere kant streven
zij nu naar een mogelijkheid om die bouw te vertragen. Het is m heel
Nederiand, waar stads- en dorpsuitbreidingen plaats vinden, voor de agra-
rische bevolking een moeilijke zaak te aanvaarden en mee te maken dat
de bebouwing zich uitbreidt. Spreker is daar verscheidene malen bij be-
trokken geweest en is van oordeel dat in stedelijke kringen en ook bij ae
stedelijke burgers wel eens te weinig beiangstelling bestaat en te weirng
aandacht wordt besteed aan wat voor de agrarische bevolkmg zwaar telt.
De stedelijke bevoiking is over het algemeen iets minder vast verbonden
aan huis en haard, de agrarische bevolking is dat meestel heel sterk en
daarom telt het voor haar veel zwaarder verdreven te worden van huis
en haard, waar vaak al van ouder op ouder is gewoond. Spreker wii graag
zeggen dat daar uitermate breed aandacht aan moet worden besteed. Hij
geiooft dat er in de commissie voor het grondbedrijf in dit geval die aan-
dacht aan is besteed en dat de belangen van de woningzoekenden in dit
geval zwaarder wegen dan die van de heren Van der Weiden. Het 1S n0
zakelijk dat de woningbouw ter plaatse van de grond komt. De raad mag
niet lijdelijk aanzien dat de bouw van de 308 woningwetwoningen zou
moeten worden uitgesteld.
Als het iaatste redmiddel, wat een onteigening toch is, moet worden toe-
gepast, moet men niet het idee hebben dat er onrecht geschiedt; dat word
n 1 een beetje gesuggereerd. Ook bij toepassing van het onteigeningsrecm
wordt er recht gesproken. Dan wordt door de onafhankelijke rechter naar
recht en billijkheid een schadevergoeding vastgesteid. Daar moet men van
uitgaan. Als men daar bezwaar tegen zou hebben zijn er andere plaatsen
waar men daar tegenop kan komen. Spreker meent dat de raad m üit
gevai in het belang van de gemeente handelt, als hij het voorstel van bur-
gemeester en wethouders aanvaardt.
De heer Smit zegt, dat wat de heer Enschedé heeft gezegd, niet helemaal
juist is Hier ligt de zaak anders. Spreker heeft van de secretaris ver-
nomen dat een bod is gedaan van 133 of 135 duizend gulden. Dat kar.
oppervlakkig een goed bod lijken, maar waar bouwen deze mensen
nieuwe woningen. Bovendien hebben zij een bedrijf. De heren Van der
Weiden zijn niet onwillig. Spreker is een van de voorstanders geweest om
de 308 woningen zo snel mogelijk te bouwen. Hij is er van overtuigd da
de heren Van der Weiden alle mogelijke medewerking zullen geven dat
de bouw voortgang kan vinden. Spreker zou het een ramp vinden als deze
kwestie een aanleiding zou vormen om de woningbouw tegen te houdea
Daarom zou spreker er bij het college op willen aandringen deze zaak met
de allergrootste spoed aan te pakken. Spreker komt daarom weer terug