26 oktober 1967
193
De heer de Buiter heeft er behoefte aan om zich te verzetten tegen de
vriendelijk gestelde maar niettemin volstrekt duidelijke aanval van de heer
Verkouw met betrekking tot sprekers relatie met de Macobouw. Spreker
zal geen uiteenzetting geven van zijn dagelijkse werkzaamheden, want dat
zou verdacht veel meer op reclame lijken, middels deze raad, dan het feit
dat hij over het schrijven van de Raad van bouwondernemers heeft gespro-
ken. Dat vooropgesteld. Spreker wil graag vertellen waar tot op heden
zijn activiteiten op het gebied van de woningbouw, die hij bepaald niet
hoeft te ontkennen, hebben gelegen. Dat is in de eerste plaats geweest
spreker zegt het in alle bescheidenheid een stukje wetenschappelijk
werk, aithans heeft hij getracht wetenschappelijk werk te verrichten, dat
uitgemond is in een proefschrift over de evenwichtssituatie op de woning-
marktvervolgens enkele lezingen en publicaties in de vakpers als Eouwrecht,
Financieel Dagblad en Economische Statistische Berichten. Spreker gelooft
dat dit niet iets is waarop in verband met artikel 52 van de gemeentewet,
ook niet naar de geest, die spreker even belangrijk vindt als de letter van
de wet, enige aanmerking kan worden gemaakt. Sprekers tweede activiteit
heeft zich gericht op het werken in de stichting tot bevordering van de
woningbouw in de gemeente Heemstede, een stichting die in feite precies
hetzelfde doel nastreeft, zij het op plaatselijk niveau, als het B.N.G. in zijn
oorspronkelijke activiteiten heeft gedaan. In de derde plaats is spreker,
zakelijk gesproken, betrokken geweest bij het realiseren van woningen in
de woningwetsector, een sector die in een belangrijk socialer vlak ligt dan de
sector waarin het B.N.G. werkt. Spreker kan naar eer en geweten verklaren
dat zijn onderneming, die geen bouwonderneming is, nog nooit één woning
voor de verkoop, wat toch het bouwondernemerschap inhoudt, heeft ge-
bouwd. Spreker meent hiermee de argumenten met betrekking tot artikel
52 van de gemeentewet op voldoende wijze te hebben weerlegd.
Daamaast zijn er een aantal punten waar spreker graag de aandacht
voor wil vragen. In de eerste plaats zou spreker willen reageren op datgene
wat de wethouder voor de volkshuisvesting heeft gezegd met betrekking
tot het voor kennisgeving aannemen. Uit pagina 6 van het schrijven van
het B.N.G. citeert spreker: ,,Wij menen dat uw college de raad uwer ge-
meente op grond van zeer goede argumenten kan adviseren de brief van de
Raad van bouwondernemers voor kennisgeving aan te nemen." Met andere
woorden, het voor kennisgeving aannemen van het schrijven van de Raad
van bouwondernemers, zoals voorgesteld, waaraan spreker wil toevoegen
dat niet is voorgesteld het schrijven van het B.N.G. voor kennisgeving aan
te nemen, betekent dan inderdaad het rechtstreeks opvolgen van het advies
van het B.N.G. en dus wel terdege partij kiezen voor het B.N.G.
In zijn algemeenheid zou spreker willen zeggen dat de heer Verkouw
en alle andere sprekers en ook spreker precies hetzelfde bedoelen in dien
zin, dat zij allemaal pleiten voor sociale woningbouw. Sprekers verweer is
alleen dâârtegen gericht dat hij vreest, dat iets onder het mom van sociale
woningbouw wordt gedaan terwijl men zich in werkelijkheid gewoon be-
weegt op de concurrerende markt van dure woningen met hoge prijzen en
hoge rentevoeten. Spreker is niet geimponeerd door een koopprijs van
38.000,zoals in Zandvoort. Als men de kranten naslaat kan men zien
dat in Heerhugowaard, Schagen, Oudorp enz. huizen te koop zijn voor
f 28.000,enz. De bouwondememersmarkt is in dat vlak evenzeer actief.
Wat men hier een bouwondernemer noemt is echter geen bouwondernemer
maar een aannemer. Het B.N.G. is een bouwondernemer bij uitstek, zij het
dan vroeger wellicht een sociale. Spreker wil een bouwonderneming om-
schrijven als een ondememer die woningen bouwt of doet bouwen en deze
verkoopt. Aan die vereiste voldoet het B.N.G. in alle opzichten. De ver-
warring tussen de begrippen bouwondememer en aannemer is een begrij-
pelijke vergissing, ook bij de heer Verkouw. Als hij gelijk zou hebben met
