143c 2e afd. 30 november 1967 Hoofdstuk II: Aansluiting Artikel 2 1. Een aanvrage tot aansluiting op de hoofdleiding geschiedt schriftelijk. Hiertoe is ten kantore van het bedrijf kosteloos een formulier ver- krijgbaar, dat volledig ingevuld en door de aanvrager ondertekend aldaar moet worden ingediend. 2. Bij het aanvraagformulier moet een tekening in tweevoud op een schaal van tenminste 1 100 worden gevoegd, waaruit de ligging van het aan te sluiten perceel duidelijk blijkt. Voorts moeten de gegevens worden verstrekt, welke de directie voor de beoordeling van de aan- vrage nodig acht. Artikel 3 1. De directie beslist of de aansluiting zal plaatsvinden op de hoofd- leiding voor lage spanning of op de hoofdleiding voor hoge spanning. Bij aansluiting op de hoofdleiding voor hoge spanning zal de aanvra- ger ten behoeve van de opstelling van de transformator met toebehoren kosteioos een ruimte beschikbaar moeten stellen, welke aan de door de directie te stellen eisen voldoet. Daarboven kunnen burgemeester en wethouders een door hen te bepalen bijdrage in de kosten van de trans- formator met toebehoren in voomoemde ruimte en in de kosten van aansluiting aan de aanvrager in rekening brengen. 2. Aanvragen tot aansluiting kunnen worden afgewezen of zullen slechts worden ingewiliigd, nadat aan nader te stellen voorwaarden is vol- daan, indien: a. voor het perceel, waarvoor de aansluiting wordt gevraagd, geen hoofdleiding of geen hoofdleiding van voldoende toevoercapaciteit aanwezig is; b. voor het maken van de aansluiting bijzondere voorzieningen moeten worden getroffen; c. voor het maken van de aansluiting vergunningen van derden nodig zijn, welke niet op voor het bedrijf aannemelijke voorwaarden kunnen worden verkregen; d. de aansluiting zal dienen voor installaties, waarvan bij de aanvraag bekend is of te verwachten valt, dat bij aansluiting hinder zal ont- staan voor de algemene elektriciteitsvoorziening; e. de aansluiting zal dienen voor een tijdelijke levering van elektrici- teit; f. de aansluiting zal dienen voor de levering van elektriciteit als gehele of gedeeltelijke reserve voor eigen installaties voor elektri- citeitsvoorziening g. In het betreffende perceel reeds een aansluiting aanwezig is. Artikel 4 1. Indien een verzoek tot aansluiting op de hoofdleiding wordt inge- willigd, wordt de aansluiting uitgevoerd d.oor of vanwege het bedrijf. 2. De directie bepaalt, in overleg met de aanvrager, de plaats van de aansluiting. 3. Omtrent de technische uitvoering beslist de directie. 4. De directie is, zonder enige vergoeding verschuldigd te zijn, bevoegd gebruik te maken van de aansluiting door het aanbrengen van aftak- kingen voor de levering van elektriciteit aan andere percelen en perceelsgedeelten of aan de netten van de algemene elektriciteitsvoor- ziening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 100