2e afd. 30 november 1967 J 43c
a. het bedrijf
b. een erkende installateur of een andere bevoegde tot het uitvoeren
van installatiewerkzaamheden.
2. Voor de erkenning van installateurs en de toelating van andere be-
voegden tot het uitvoeren van installtiewerkzaamheden geldt de R.E.I.
3. De installatie zal moeten voldoen aan de eisen gesteld in de voorwaar-
den, als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.
4. De directie is bevoegd nadere voorschriften ten aanzien van de installa-
tie te geven.
5. De directie is bevoegd de installatie aan een onderzoek te onderwerpen,
zo vaak haar dit nodig voorkomt.
Hoofdstuk IV: Elektriciteitslevering
Artikel 7
De voor de geleverde elektriciteit te betalen vergoeding wordt in een
afzonderlijke verordening geregeld.
Artikel 8
De aanvraag tot levering van elektriciteit moet schriftelijk geschieden.
Hiertoe is ten kantore van het bedrijf kosteloos een formulier verkrijg-
baar.
Bedoeld formulier dient volledig ingevuld en door de afnemer onder-
tekend, uiterlijk twee werkdagen vöör de aanvang van de levering in het
bezit te zijn van het bedrijf.
Artikel 9
De directie is bevoegd de levering van elektriciteit te weigeren of deze
levering slechts doorgang te doen vinden onder het stellen van nadere
voorwaarden, indien:
a. de aanvrage wordt ingediend door een ander dan degene, die naar haar
oordeel daarvoor uitsluitend in aanmerking komt;
b. de aanvrager in gebreke is gebleven de kosten van aansluiting te vol-
doen;
c. de levering naar het oordeel van de directie zal leiden tot overtreding
van enig wettelijk voorschrift;
d. het verbruik naar het oordeel van de directie gevaar, schade of hinder
aan enig persoon of goed zou kunnen opleveren;
e. de inwilliging van de aanvraag naar het oordeel van de directie tot ge-
volg zou hebben, dat hetzij de afnemer, hetzij derden zich aan verplich-
tingen tegenover het bedrijf zouden onttrekken;
f. de afnemer in gebreke is g;ebleven zijn financiële verplichtingen na te
komen tegenover het bedrijf en/of andere gas, water of elektrische
energie leverende bedrijven terzake van de levering van gas, water
en/of elektrische energie en/of terzake van aangegane overeenkomsten
met betrekking tot koop of huur van gas, water en/of elektrische toe-
stellen;
g. de installatie niet voldoet aan de in artikel 6 bedoelde voorwaarden;
h. de levering van elektriciteit zal dienen als gehele of gedeeltelijke re-
serve voor eigen installaties voor elektriciteitsvoorziening.
Artikel 10
1. De levering vangt aan zodra de aansluiting van de installatie tot stand
is gebracht.
2. Indien de installatie reeds is aangesloten op het tijdstip, waarop de af-
nemer toegang tot het perceel kan verkrijgen, vangt de levering aan on-
middellijk nadat de meterstand is opgenomen.
