143c 2e afd. 30 november 1967 3. De afnemer is van de aanvang der levering af aansprakelijk voor de betaling van het verschuldigde wegens het door de meetinrichting ge- registreerde verbruik van elektriciteit, alsmede voor de munten in het betaalapparaat aanwezig. Artikel 11 De directie is bevoegd grenzen te stellen aan de elektrische stroom, welke aan een installatie zal worden toegevoerd. Artikel 12 1. Een verzoek tot beëindiging van de levering dient schriftelijk ten kan- tore van het bedrijf te worden ingediend ten minste twee werkdagen vöör de dag waarop beëindiging der levering wordt gewenst. 2. Als tijdstip voor beëindiging der levering geldt het tijdstip van de daartoe strekkende opname van de meterstanden. 3. Tot het in iid 2 bedoelde tijdstip blijft de afnemer aansprakelijk voor de betaling van het verschuldigde wegens het door de meetinrichting geregistreerde verbruik, alsmede voor de munten in het betaalappa- raat aanwezig. Hoofdstuk V: Betaling Artikel 13 1. Het verschuldigde wegens geleverde elektriciteit, meterhuur e.d. wordt tweemaandelijks ter kennis van de afnemer gebracht door middel van een gespecificeerde nota. Afnemer is verplicht het verschuldigde binnen 10 dagen na verzending van de nota per stortings/accept^girokaart of per post- of bankrekening te voldoen. 2. Bij tijdelijk verbruik kan de betaling van het verschuldigde elke dag of terstond na het verbruik worden gevorderd. 3. Het verschuldigde wegens geleverde materialen en verrichte diensten dient eveneens binnen 10 dagen na toezending der rekening per post- giro of bank te worden betaald. Artikel 14 1. Indien de afnemer niet tijdig heeft betaald stelt het bedrijf hem daar- van schriftelijk in kennis. 2. Indien binnen I dagen na verzending van deze kennisgeving niet is betaald, kan het bedrijf de levering zonder nadere voorafgaande waar- schuwing geheel of gedeeltelijk staken. 3. Kosten van gerechtelijke inning evenals buitengerechtelijke kosten zijn voor rekening van afnemer. 4. De aansluiting wordt wederom hersteid, nadat het verschuldigde, met inbegrip van de veroorzaakte kosten, is voldaan. 5. Te allen tijde kan door de directie storting worden gevorderd van een waarborgsom in de regel gelijkstaande met het bedrag, dat de afnemer °ver vier maanden van zijn hoogste verbruik schuldig zal zijn. 6. Wanneer de waarborgsom gedurende tenminste een jaar ongebruikt is gelaten kan daarvan een rente, waarvan het percentage door de directie wordt vastgesteld, uitgekeerd worden. 7. De waarborgsom wordt teruggegeven, zodra de afnemer geen verdere levering verlangt en het door hem verschuldigde is voldaan en verder zodra, naar het oordeel van de directie, de redenen welke tot het eisen van een waarborgsom hebben geleid, niet meer bestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 103