143a
2e afd.
30 november 1967
meetinrichting een afwijking vertoont, welke de grens genoemd in
lid 2 overschrijdt, zal de directie na overieg met de afnemer en met alle
haar ten dienste staande middelen de gegevens vaststeilen, waarnaar
het door de afnemer verschuldigde bedrag over het tijdvak van mis-
wijzing zal worden berekend.
Onder miswijzing van de meetinrichting zai ook worden verstaan het
niet aanwijzen van enig verbruik door de meetinrichting.
Is het tijdvak van miswijzing niet bekend, dan zal dit vanwege de direc-
tie worden vastgesteid. Blijkt dit laatste niet mogelijk te zijn, dan zal
als tijdvak van miswijzing gelden het tijdvak verstreken tussen de dag,
waarop de meetinrichting ter plaatse werd onderzocht of werd afge-
nomen voor een onderzoek en de datum van de voorlaatste meterop-
neming.
Hoofdstuk VII. Verplichtingen en Verbodsbepalingen
Artikel 17
1. De afnemer is verpiicht op werkdagen van 8.00 tot 18.00 uur toegang
te verlenen tot het bij hem in gebruik zijnde perceel:
a. aan daartoe aangewezen ambtenaren van het bedrijf voor het aflezen
van de meterstanden en het controleren van de meetinrichting;
b. aan daartoe aangewezen ambtenaren van het bedrijf voor het con-
troleren, het onderhouden, het wijzigen of het wegnemen van de aan-
sluitingen en haar aftakkingen, voor het onderzoeken van de instal-
latie, alsmede voor het toezicht houden op de naleving der bepalingen
van deze verordening.
2. De afnemer is verplicht de installatie zodanig te onderhouden, dat zij
ten allen tijde aan de voorschriften, bedoeld in artikel 5 van deze ver-
ordening voldoet.
3. Zowel de aanvrager als de afnemer zijn verplicht van alle gebreken,
die zij ontdekken aan eigendommen van de gemeente, betrekking heb-
bend op de levering van gas, onmiddellijk kennis te geven aan de
directie.
Artikel 18
1. Het is zowel aan de afnemer als aan de aanvrager verboden:
a. aan dienstleidingen of toestellen, welke aan de gemeente toebehoren,
werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten;
b. het aan hem geleverde gas al of niet tegen betaling aan derden te
leveren, tenzij de directie onder nader door haar te stellen voor-
waarden van dit verbod ontheffing verleent;
c. een vanwege de directie aangebrachte verzegeling te verbreken.
2. Behoudens voorafgaande goedkeuring door de directie, is het de af-
nemer niet toegestaan gas te verbruiken voor andere doeleinden of in
andere ruimten dan waarvoor de levering ten tijde van de aanvrage was
bestemd.
3. Het is de afnemer niet toegestaan de grenzen, welke overeenkomstig
artikel 10 aan de maximale levering kunnen worden gesteld, te over-
schrijden.
Hoofdstuk VIII. Aansprakelijkheid van het bedrijf
Artikel 19
1. Het bedrijf is, behoudens in geval van nalatigheid zijnerzijds, noch aan
de aanvrager, noch aan de afnemer schadevergoeding verschuldigd in-
dien de levering van gas wordt belemmerd, beperkt of verhinderd, of
indien hetzij door enig gebrek aan de hoofd- of dienstleiding, hetzij door
het geleverde gas, schade wordt veroorzaakt.