143b
2e afd.
30 november 1967
1.
9. Voor de plaatsing van de watermeter moet een naar het oordeel van
de directie voldoende en geschikte ruimte of, indien de directie dat
nodig acht, een volgens de voorschriften uitgevoerde meterput koste-
loos ter beschikking worden gesteld.
Hoofdstuk III: Installatie
Artikel 5
1. Op de waterinstallatie zijn, voorzover door de directie niet schriftelijk
afwijking is toegestaan; de bepalingen van de A.V.W.I. van toepassing.
2. Alle in de waterinstallatie te verwerken materialen moeten, voor zover
deze vallen onder de keuring van het K.I.W.A., voorzien zijn van een
door dit instituut vastgesteld merk, onverminderd de hierop betrekking
hebbende bepalingen van de A.V.W.I.
3. De directie is bevoegd nadere voorschriften ten aanzien van de water-
installatie te geven.
4. Werkzaamheden aan de waterinstallatie mogen slechts worden uitge-
voerd hetzij door een waterfitter, die door de directie met inachtneming
van de bepalingen der R.E.W. als erkend waterfitter is ingeschreven,
hetzij door anderen, die daartoe krachtens de R.E.W. bevoegd zijn.
5. De directie is bevoegd de installatie aan een onderzoek te onderwer-
pen, zo vaak haar dit nodig voorkomt.
Artikel 6
Indien in een perceel, dat op het leidingnet van het bedrijf wordt of is
aangesloten, behalve de waterinstallatie nog een installatie voor een
andere watervoorziening aanwezig is of wordt aangelegd, zijn zowel
de aanvrager als de afnemer verplicht de directie hiervan onverwijld
schriftelijk in kennis stellen.
2. Tussen een dergelijke installatie en de waterinstallatie mag geen ver-
binding worden aangebracht.
3. Bij overtreding van deze bepalingen wordt de watertoevoer onmiddellijk
afgesloten.
Hoofdstuk IV: Waterlevering
Artikel 7
De voor het geleverde water te betalen vergoeding wordt in een af-
zonderlijke verordening geregeld.
Artikel 8
De aanvraag tot levering van water moet schriftelijk geschieden. Hier-
toe is ten kantore van het bedrijf kosteloos een formulier verkrijgbaar.
Bedoeld formulier dient, volledig ingevuld en door de afnemer onderte-
kend, uiterlijk twee werkdagen vôör de aanvang van de levering in het
bezit te zijn van het bedrijf.
Artikel 9
Indien de afnemer niet woonachtig is in de gemeente, waarin het water
aan hem zal worden geleverd, is hij verplicht vöôr de aanvang van de le-
vering in deze gemeente woonplaats te kiezen.
Artikel 10
De levering van water kan door de directie worden geweigerd of ge-
staakt