143b 2 2e afd. 30 november 1967 5. Alle schade aan de meetinrichting, ontstaan anders dan door brand of normaai gebruik, wordt door het bedrijf hersteld op kosten van de af- nemer. Tot deze kosten worden mede gerekend de kosten van het eventueel wegnemen en opnieuw plaatsen van de meetinrichting. 6. De directie is bevoegd, zo vaak zij dit nodig oordeelt, de meetinrichting ter plaatse te controleren of door een andere te vervangen. Artikel 19 1. Opneming van de meterstand geschiedt als regel tweemaandelijks, ten- zij door burgemeester en wethouders anders wordt bepaald. 2. Is opneming van de meterstand onmogelijk gebleken, dan zal de afge- nomen hoeveelheid water door de directie worden geschat. Artikel 20 1. Bij twijfel aan de juiste aanwijzing van de meetinrichting kan beproe- ving zowel door de afnemer als door het bedrijf worden verlangd. 2. De kosten van dit onderzoek worden aan de afnemer in rekening ge- bracht, indien blijkt dat: a. de meetinrichting juist werkt; b. de onnauwkeurigheid in de werking van de meetinrichting een per- centage van 5 niet overschrijdt. 3. Indien blijkt, dat de meetinrichting het verbruik niet of onjuist heeft aangewezen, heeft verrekening plaats ten hoogste over het lopende tijdvak en het daaraan voorafgaande tijdvak van afrekening en wel bij regelmatige miswijzing naar de uitkomsten van de beproeving en ove- rigens in verband met het verbruik in een overeenkomstig vooraf- gaand tijdvak. 4. Indien deze maatstaven naar het oordeel der directie niet voor toe- passing in aanmerking komen is zij bevoegd een ander tijdvak als maatgevend aan te wijzen of de geleverde hoeveelheid te schatten. Hoofdstuk VII: Verplichtingen en Verbodsbepalingen Artikel 21 1 1. De afnemer is verplicht op werkdagen van 8.00 tot 18.00 uur toegang te verlenen tot het bij hem in gebruik zijnde perceel: a. aan daartoe aangewezen ambtenaren van het bedrijf voor het af- lezen van de meterstanden en het controleren van de meetinrichting; b. aan daartoe aangewezen ambtenaren van het bedrijf voor het con- troleren, het onderhouden, het wijzigen of het wegnemen van de aansluitingen en haar aftakkingen, voor het onderzoeken van de installatie, alsmede voor het toezicht houden op de naleving der bepaiingen van deze verordening. 2 2. De afnemer is verplicht de waterinstaliatie zodanig te onderhouden, dat zij ten allen tijde aan de voorschriften bedoeld in artikel 5 van deze verordening voldoet. 3. Zowel de aanvrager als de afnemer zijn verplicht van alle gebreken, die zij ontdekken aan eigendommen van de gemeente, betrekking heb- bend op de levering van water, onmiddellijk kennis te geven aan de directie. 1 4. Zowel de aanvrager als de afnemer zijn verplicht: a. zorg te dragen dat de watermeter;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 92