18a, b
4e afd.
25 januari 1968
VASTSTELLING GETAL WEKELIJKSE LESUREN VAKONDERWIJS
AAN OPENRARE SCHOLEN
EN
VOORSCHOT VERGOEDING VAKONDERWIJS BIJZONDERE
SCHOLEN OVER 1968.
Heemstede, 17 januari 1968.
Aan de Raad,
Ingevolge artikel lOlbis, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 dient
vöör 1 maart van elk jaar voor elke daarvoor in aanmerking komende
soort van openbare scholen te worden bepaald het getal wekelijkse lesuren,
gedurende hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit getal wordt be-
paald door deling van het totaal getal per week te geven uren (van 60 mi-
nuten) vakonderwijs door het getal verplichte leerkrachten.
Deze getallen bedragen respectievelijk 39 en 19 voor de openbare scholen
voor gewoon lager onderwijs en 48% en 8 voor de openbare school voor
uitgebreid lager onderwijs.
Het in het eerste lid van genoemd artikel bedoeld getal wekelijks les-
uren vakonderwijs, gedurende hetwelk in 1968 vakonderwijs wordt gegeven,
kan derhalve voor het openbaar lager onderwijs worden bepaald op
39 19 2,0526 en voor het openbaar uitgebreid lager onderwijs op
48% 8 6,09375.
Krachtens het bepaalde in het derde lid van artikel lOlbis maken de be-
sturen der bijzondere scholen voor de beloning van vakonderwijs aanspraak
op een vergoeding, welke wordt bepaald met inachtneming van bovenge-
noemd getal wekelijkse lesuren, vermenigvuldigd met het getal verplichte
onderwijzers en een beloning tot een bedrag, waarop de vakonderwijzers
volgens de gemeentelijke salarisregeling aanspraak zouden hebben ge-
maakt.
Deze vergoeding mag in geen geval het bedrag der werkelijke uitgaven
van het schoolbestuur overschrijden.
De besturen der bijzondere scholen hebben overeenkomstig het vijfde lid
verzocht een voorschot op de vergoeding toe te kennen.
Onder aanbieding van twee ontwerp-besluiten stellen wij u voor over te
gaan tot vaststelling van getal wekelijkse lesuren vakonderwijs en te be-
sluiten tot toekenning van een voorschot op de vergoeding vakonderwijs
aan de besturen der bijzondere scholen.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.