25 januari 1968
23
De heer Verlcouw: „Ja, maar daar zit ook de subsidie aan verbonden."
De heer Van Ark laat dat voor rekening van Alliance. Spreker wil
I meegaan met het voorstel om de rente en aflossing van de geldlening te
garanderen. Als Alliance goedkoper gaat bouwen zal ze de garantie
misschien niet eens nodig hebben. Alliance moet zelf zorgen voor een
sluitende exploitatie zonder subsidie. Er zijn in het verleden wel eens meer
dergelijke subsidies gevraagd maar die zijn afgewezen. Rood-Wit is weg-
gegaan wegens het ontbreken van medewerking van het gemeentebestuur
van Heemstede.
Spreker heeft enkele gevallen gehoord dat bij een voetbalvereniging een
aparte kleedruimte nodig was voor een scheidsrechter. Spreker is blij dat
bij hockeyclubs nog een dergelijke sportieve geest heerst dat de scheids-
rechter samen kan zijn met de spelers, maar als de heer Willemse vreest
dat dit niet meer kan dan vindt spreker dat jammer. Spreker zal niet
proberen het betoog van de heer Willemse te weerleggen. Spreker heeft
de punten waarom hij niet voor het verlenen van subsidie is, voldoende uit-
eengezet. In de eerste plaats dus omdat hij vindt dat het gemeentebestuur
al ver gaat door voor 10,per jaar een terrein in erfpacht te geven
en de rente en aflossing van een geldlening te garanderen en in de tweede
plaats omdat in het verleden aan hockeyclubs en ook aan de Roei- en
Zeilvereniging Het Spaame nimmer subsidie is verleend.
De heer de Ruiter spijt het dat hij na de vriendelijke woorden van de
heer Willemse aan sprekers adres niet een overtuigd geluid kan laten
horen met betrekking tot diens voorstel. Met de heer Van Ark is spreker
van oordeel dat het gemeentebestuur al tamelijk royaal is geweest. De
gedachte dat men drie stappen neemt om iets te completeren, waarvan de
derde stap, het verlenen van subsidie, een noodzakelijke component zou
zijn, ligt spreker niet helemaal. Het uitgeven van grond in erfpacht is in
dit geval een vanzelfsprekende zaak omdat de gemeente toch niet zou wil-
len verdienen aan het stichten van een clubhuis door een hockeyvereniging.
Het garanderen van een geldlening betekent in dit geval, dat men de
mogelijkheid schept voor het stichten van een clubhuis, omdat een hockey-
vereniging, naar spreker aanneemt, door een geldschieter niet als een vol-
doend continu element wordt gezien. Het geven van een subsidie is een
kwestie van behoefte. Spreker vindt dat de raad er op moet staan dat die
behoefte eerst duidelijk wordt aangetoond, voordat men er zelfs maar over
gaat praten. Een tweede zaak is dan natuurlijk, of de raad het dan nög
doet, want dan komt het gevaar van het precedent om de hoek kijken
met betrekking tot alle mogelijke andere sportverenigingen die eenzelfde
soort plannen hebben. Tot op heden is de subsidie voor sportverenigingen
beperkt gebleven tot enkele honderden guldens per vereniging. Is het
dan wel juist dat voor één vereniging een dergelijke uitschieter van
f 5000,wordt gemaakt. Deze, en vele vragen meer, samenvattend, zou
sprekers fractie toch in ieder geval eerst een behoorlijke exploitatiebe-
groting willen zien voordat zij eigenlijk over subsidie wil praten. Daar-
naast, om de heer Willemse niet helemaal met lege handen naar huis te
sturen, heeft spreker nog even wat verder zitten denken. De heer Willemse
heeft betoogd dat de ledenstop nog niet kan worden opgeheven. Dat be-
tekent dus een derving van inkomsten voor de komende twee jaar omdat,
naar spreker heeft begrepen wijziging van de indeling der velden ongeveer
2 jaar in beslag zal nemen. De ledentoename wordt geschat op 90 140
leden, laten we zeggen 100 leden. Bij een gemiddelde contributie van f 60,
zou daarmee, als die leden eenmaal zijn toegelaten, het jaarlijks tekort zijn
opgeheven. Spreker kan zich voorstellen dat de raad bereid zou zijn het
bedrag van de garantie te verhogen tot b.v. f 110.000,— in plaats van
f 100.000,Uit het verschil van f 10.000,zou het tekort voor de eerste
twee jaar, ad f 5000,per jaar, aannemende althans dat er een tekort