81 28 maart 1968 sport niet aan zijn trekken zou komen zou de heer Enschedé gelijk hebben, maar dat is niet het geval. De hoekeyvereniging- is geholpen met 5 velden. Spreekster gelooft nog altijd dat men de vrijetijdsbesteding aan de mensen zelf moet overlaten en dat het niet op de weg van de overheid ligt om te zeggen: ,,wij vinden dat je net zo goed kan gan hockeyen als voetballen en daarom ieggen wij dat voetbalveld niet aan.". Dat is niet vol te houden. Daar komt bij dat de V.E.W.-velden niet beantwoorden aan de eisen welke aan een voetbalveld gesteld kunnen worden. Spreekster heeft zich wel eens geschaamd dat aan deze vereniging niet iets beters kon worden aange- boden. Nu bestaat deze gelegenheid en spreekster gelooft dan ook dat men zich hierover alleen maar kan verheugen. Mevr. Gaasterland vraagt of deze herindeling, welke toch grote kosten met zich brengt, de exploitatie van de sportparken ten goede komt. Wethouder mevr. Van der Meulen antwoordt dat het voetbalveld meer huur zal opbrengen dan de hockeyvelden. Maar spreekster zou de finan- ciële kant niet voorop willen stellen. Zij gelooft dat men er vanuit moet gaan dat het beoefenen van sport moet worden bevorderd. Wanneer men de nu te maken kosten er geheel zou willen uithalen, dus door meerdere huur te vragen, dan zouden de verenigingen weer meer moeten worden ge- subsidieerd. Het is allemaal net zo iang als het breed is. Vooral in de komen- de tijden, met de meerdere vrije tijd die geschikbaar komt, zullen wij er gewoon van doordrongen moeten zijn dat het geoorloofd is dat de gemeen- schap hierom vraagt. De raad komt hiermee tegemoet aan de wensen van de burgers en dan spreekt het vanzelf dat de gemeenschap daar ook geld voor over moet hebben. De heer Enschedé: ,,Is er overwogen om die slechte velden van V.E.W. te verbeteren?" Wethouder mevr. Van der Meulen antwoordt dat daaraan iets gedaan is door er een soort poldertje van te maken. Er is een dijkje gelegd en een pompje aangebracht. Wanneer men deze velden helemaal goed bespeelbaar zou willen maken, zouden ze belangrijk moeten worden opgehoogd. Van die kosten zou de heer Ensehedé helemaal schrikken. Dat kost minstens 2 3 ton. De heer Ensehedé: „Daar zou ik nog eerder wat voor voelen." Wethouder Mevr. Van der Meulen: „Doet u een voorstel?" Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gesteld. De heer Enschedé verzoekt aantekening dat hij geacht wil worden tegen te hebben gestemd. IX. BEHANDELING VOOH-ONTWERP TOT HERZIENING VAN HET STREEKPLAN ZUID-KENNEMERLAND. Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 39. Voor-ontwerp tot herziening van het streekplan Zuid-Kennemerland. De voorzitter deelt mede dat de commissies voor openbare werken en volkshuisvesting zich hiermede kunnen verenigen. De heer Kuiper zegt dat zijn fractie voor wat de bestemmingen van de gronden betreft en ten aanzien van de bijzondere voorzieningen, recreatie- gebied en bebouwing het advies van het college kan volgen. Zijn fractie kan ook voor het grootste gédeelte meegaan met de door burgemeester en wethouders geadviseerde tracé's van de oost-west- en noord-zuid-verbindin-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 22