67
28 maart 1968
deling is uitermate deskundig. Spreker gelooft niet dat iemand beter in
staat is om een verordening te ontwerpen dan deze. De ontwerpen worden
door het college op de keper beschouwd en eventueel getoetst aan ge-
wijzigde omstandigheden. Z.i. schept deze gang van zaken voldoende waar-
borgen voor een goede redactie, De raad moet niet, zoals verleden keer is
gebeurd, over kieine details spreken maar de grote lijn aanhouden. Be-
zwaren tegen een verordening, zoals, dat een bepaiing voor tweeëriei uitleg
of opvatting vatbaar zou kunnen zijn, kan men bij enig zoeken altijd wel
opperen, maar dat is naar sprekers mening niet de taak van de raad.
Spreker gelooft dat dit de aangewezen weg is. Dat neemt niet weg dat de
toezegging in stand moet blijven, dat burgemeester en wethouders minstens
een week en niet 3 dagen tevoren (zoals het regiement van orde aangeeft
dat praktisch niet wordt nageleefd) verordeningen aan de raad zullen
doen toekomen. De fracties zouden dan eventueel wat eerder kunnen ver-
gaderen.
De heer Verkouw: „Denkt u aan de commissievergaderingen."
De voorzitter zegt dat alle ingebrachte bezwaren vervolgens aan de leden
zullen worden toegezonden. Vraagpunten kunnen ook ten raadhuize worden
besproken. Spreker gelooft dat dit de oplossing is. Men moet het niet
moeilijker maken dan het al is.
De heer Verkouw gelooft dat geen van de raadsleden onder wil doen
voor de waardering welke de voorzitter voor het ambtenarencorps heeft
uitgesproken. Spreker dacht dat juist in de laatste raadsvergadering, bij
de behandeling van de beide subsidieverordeningen, de heer de Ruiter met
een aantal opmerkingen naar voren is gekomen welke naar de mening van
sprekers fractie van importantie waren en toch min of meer niet die aan-
dacht hebben gekregen die zij verdienden. Terwille van een vlotte afdoe-
ning heeft de raad zich toen met de voorgestelde redactie verenigd. Wat
dat betreft wil spreker zich dus aan de zijde van de heer de Ruiter scharen
en aandringen op een betere behandeling, waarbij het niet alleen gaat om
de redactie maar ook om zaken welke van intrinsieke waarde zijn en waar
de ambtenaren buiten staan, ook als zij model-verordeningen hanteren.
Door een eerdere toezending van de stukken, door het indienen van vragen
of het inwinnen van een informatie ter secretarie, kan de behandeling van
verordeningen beter tot haar recht komen.
De heer De Ruiter zegt dat de woorden van de heer Verkouw hem goed
doen. Spreker dacht dat juist bij de behandeling van de verordeningen in
de laatste vergadering heei duideiijk tot uitdrukking is gekomen, dat het
verstandig zou zijn geweest een tweede lezing van de verordeningen in te
schakelen. Dan behoeft men niet het nietes welles spelletje op te voeren,
maar dan kan men in eerste lezing van de ingebraehte bezwaren kennis-
nemen en die rustig bekijken. Eventueel geven burgemeester en wethouders
schriftelijk antwoord. Spreker ziet niet in waarom dat storend zou werken,
integendeel. Men moet natuurlijk niet voor iedere kleine verordening, ook
al is men het er allemaal over eens, een tweede lezing inschakelen, maar
alleen als daar problemen bij komen kijken. Zijn fractie heeft haar voorstel
eigenllijk geformuleerd omdat zij dacht dat hier geen storend effect in zit
en een gedegen behandeling bevordert. Meestal verdraagt de vaststeliing
van verordeningen wel enig uitstel. Burgemeester en wethouders kunnen
gemakkelijk beoordelen of de gemaakte opmerkingen van zodanig gewicht
zijn dat er een tweede lezing aan moet worden gewaagd.
De heer Willemse zegt dat zijn fractie geen behoefte heeft aan een com-
missie voor de verordeningen. Spreker kan de heer de Ruiter heel goed
volgen. Zeker bij de behandeling van verordeningen, zoals in de vorige
vergadering vastgesteld, kan onderling beraad alleen maar nuttig zijn.