47
2e afd.
25 april 1968
HERZIENING GEMEENSCHAPPELIJKE KEGELING BETREFFENDE
EEN ZIEKTEKOSTENVOORZIENING TEN BEHOEVE VAN
AMBTENAREN IN DIENST VAN GEMEENTEN IN
NOORD-HOLLAND
Heemstede, 10 april 1968.
Aan de raad,
Bij brief van 27 februari 1968 heeft het bestuur van het Instituut Ziekte-
kostenvoorziening Ambtenaren in Noord-Holland (I.Z.A.) ons een voorstel
doen toekomen tot wijziging en herschrijving van de gemeenschappelijke
regeling betreffende een ziektekostenvoorziening ten behoeve van ambte-
naren in dienst van gemeenten in Noord-Holland.
Bij de brief is een toelichting gevoegd, welke, evenals de brief zelf, voor
uw leden bij de stukken ter inzage ligt.
Op grond van artikel 29 van genoemde regeling dienen daarin aan te
brengen wijzigingen bij uw college aanhangig te worden gemaakt. In een
bij genoemde brief gevoegd ontwerp-raadsbesluit zijn de voorgestelde wij-
zigingen vervat.
Met dit ontwerp is in de eerste plaats beoogd opnieuw te komen tot een
goede leesbaarheid, welke door de vele wijzigingen en aanvullingen werd
bemoeilijkt.
In verband hiermede zijn enkele artikelen gesplitst, dan wel samengevoegd
of op andere wijze gerangschikt.
Voorts zijn enkele wijzigingen aangebracht, welke weinig ingrijpend zijn
en slechts een aanpassing aan de praktijk beogen.
Met betrekking tot de rechten en plichten van de deelnemers zijn geen
wijzigingen aangebracht. Wel is deelnemerschap mogelijk geworden voor
diegenen, die op grond van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet recht
hebben op weduwnaarspensioen. Anderzijds is de in de bestaande rege-
ling ingevoegde mogelijkheid van toelating van wethouders van gemeen-
ten met meer dan 40.000 inwoners i.v.m. de vernietiging van dit besluit
bij Koninklijk Besluit van 9 maart 1968 (staatsblad 123), niet meer opge-
nomen.
De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de organisatie en het
bestuur van het I.Z.A.
Zo zal de benoeming van de voorzitter van het bestuur niet meer plaats
vinden door de provinciale afdeling van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten, maar door het bestuur zelf, al dan niet uit zijn midden.
Een andere belangrijke wijziging betreft de I.Z.A.-advies-commissie. Deze
advies-commissie had aanvankelijk slechts tot taak het Centraal Orgaan
inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaan-
gelegenheden van advies te dienen t.a.v. de uitvoering van de regeling,
het reglement en de vergoedingenlijst.
Langzamerhand is deze commissie echter meer contact-orgaan geworden
tussen I.Z.A. en andere organen voor ziektenkostenvoorziening, organi-
saties van artsen en tandartsen en met instanties als het Algemeen Bur-
gerlijk Pensioenfonds, terwijl ook haar adviserende taak uitbreiding on-
derging.
Door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
op 1 januari 1968 is deze taak nog aanzienlijk verzwaard.
Zo kon aanvankelijk het Centraal Bureau voor de gemeenschappelijke
behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden de secretariaats-
werkzaamheden van de commissie verzorgen. Door bovenvermelde redenen
is dit thans niet meer mogelijk.