47
2e afd.
25 april 1968
moetkoming of vergoeding uitkering te verlenen terzake van ziekte-
kosten of kosten, verband houdende met ziekte van hen en hun gezins-
leden.
2. Het deelnemerschap in het instituut geeft aanspraak op uitkering in
niet gedekte ziektekosten en niet gedekte kosten, verband houdende
met ziekte, overeenkomstig deze regeling en de ter uitvoering daarvan
door het bestuur gegeven voorschriften.
Hoofdstuk II. Deelnemerschap
Artikel 3
Deelnemer in de zin van deze regeling is:
a. degene, die in vaste of tijdelijke dienst van een gemeente een hoofd-
betrekking bekleedt;
b. degene, die in vaste of tijdelijke dienst van het instituut een hoofd-
betrekking bekleedt;
c. degene, die de dienst van een gemeente of van een instituut in het
genot van pensioen, wachtgeld of uitkering heeft verlaten, indien hij
op de dag voorafgaande aan het ontslag deelnemer in het instituut
was of behoorde tot de in artikel 5, tweede lid, bedoelde ambtenaren
en mits hij binnen een maand na dat tijdstip aan de secretaris van
het instituut heeft medegedeeld dat hij, onder volledige aanvaarding
van deze regeling, deelnemer wenst te blijven of te worden;
d. degene, die als deelnemer is toegelaten op grond van bepalingen, welke
na zijn toelating zijn vervallen;
e. de voor weduwen- of weduwnaarspensioen in aanmerking komende we-
duwe of weduwnaar van de onder a, b, c en d bedoelde deelnemer, mits
zij (hij) binnen drie maanden na het overlijden van die deelnemer
schriftelijk aan de secretaris van het instituut heeft medegedeeld,
dat zij (hij), onder volledige aanvaarding van deze regeling deelnemer
wenst te worden;
f. de voor wezenpensioen in aanmerking komende volle wees van de on-
der a, b, c en d bedoelde deelnemer, mits binnen drie maanden na het
overlijden, waardoor hij volle wees wordt, ten genoegen van het bestuur
van het instituut is gebleken dat, onder volledige aanvaarding van deze
regeling, voor hem het deelnemerschap wordt gewenst.
Artikel 4
1. Het bestuur is bevoegd, tenzij betrokkenen ingevolge enig wettelijk
voorschrift te dezer zake verplicht verzekerd zijn, onder door hem te
stellen voorwaarden als deelnemers toe te laten:
a. het personeel in dienst van enig openbaar lichaam of van een li-
chaam als bedoeld in artikel B 3 van de Algemene burgerlijke pen-
sioenwet, een en ander in zover deze lichamen bij wet of van ge-
meentewege tot het dienen van gemeentelijke belangen zijn inge-
steld of van gemeentewege worden beheerd;
b. het personeel van een instelling, dat door of vanwege het gemeen-
tebestuur wordt benoemd en een betrekking bekleedt, waaraan een
wedde is verbonden uit de inkomsten van één of meer publiekrech-
telijke lichamen;
c. het personeel van een gemeente, dat in dienst is op arbeidsover-
eenkomst naar burgerlijk recht;
d. het onderwijzend personeel in een gemeente, waarvan de bezoldiging
bij gemeentelijke verordening of naar gemeentelijke maatstaven
is geregeld;
e. de burgemeester van een gemeente;