behoeve van openbare nutsbedrljven of van andere naar bestemming
daarmede gelijk te stellen gebouwtjes, zoals schakelhuisjes, gemaal-
gebouwtjes, teiefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten e.d.,
zulks met uitzondering van benzine-laadstations;
b. geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een esthetische of
technisch beter verantwoorde plaatsing van gebouwen of welke nood-
zakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein.
B. BESTEMMINGEN
I. voorschriften omtrent de bebouwing
Artikel 4
Binnen het plangebied mag uitsluitend worden gebouwd op grond welke
blijkens de kaart voor gebruik als bouwgrond is bestemd of waarop krach-
tens deze voorschriften bebouwing is of kan worden toegestaan.
Artikel 5
Geen gebouw mag worden opgericht indien tengevolge van het bouwen of
tengevolge van het gebruik van de grond als bouwperceel:
a. een bestaand ander gebouw in een toestand zou worden gebracht welke
in strijd is met de bouwverordening of met het plan;
b. enig ander terrein of bouwperceel in een toestand zou worden gebracht
welke in strijd is met de bouwverordening of met het plan.
Artikel 6
De op de kaart voor „meergezinshuizen categorie 0 2 M 8 G" en voor
,,meergezinshuizen categorie 0 1 M 4 G" aangewezen gronden zijn be-
stemd voor meergezinshuizen, met dien verstande, dat:
a. de dichtst bij de weggrens gelegen gedeelten van de meergezinshuizen
moeten worden geplaatst op de grens van het bebouwingsoppervlak;
b. bij de meergezinshuizen categorie 0 2 M 8 G het aantal bouwlagen
tien zal zijn, waarvan de onderste twee zullen bestaan uit bergruimten,
kantoren, bedrijfsruimten, showrooms en daarmede naar het oordeei
van burgmeester en wethouders gelijk te stellen ruimten;
c. bij de meergezinshuizen categarie 0 1 M 4 G het aantal bouwlagen
vijf zal zijn, waarvan de begane-grondbouwlaag zal bestaan uit garages,
bergruimten en dergelijke ruimten;
d. de bebouwing zal geschieden met inachtneming van de volgende tabel:
categorie maximale minimale minimale maximale
bebouwings- voorgevel- boei- boei-
diepte breedte der hoogte hoogte
woningen
0 2 M 8 G 14,25 m 8,50 m 26,00 m 28,00 m
0 1 M 4 G 13,50 m 7,50 m 13,00 m 14,00 m
e. de hoogte van onderdelen van de gebouwen welke bestemd zullen zijn
voor liftinstallaties, trappehuizen, noodtrappen en afvoerkanalen ten
hoogste 3.00 m meer zijn dan de maximale boeihoogte van die ge-
bouwen;
f. de meergezinshuizen plat moeten worden afgedekt;
g. binnen elk bebouwingsoppervlak alleen aaneengesloten gebouwen zul-
len worden gesticht.