Par. 2 BESTEMMINGEN TEN BEHOEVE VAN ANDER GEBRUIK
Artikel 10.
Tuin.
De gronden aangewezen voor tuin mogen uitsluitend worden gebruikt voor
de aanleg van tuinen of daarmee gelijk te stellen doeleinden.
Artikel 11.
Voorterrein A.
De gronden aangewezen als voorterrein A mogen worden verhard doch
niet worden bebouwd of door bebouwing worden overdekt.
Artikel 12.
Voorterrein B.
De gronden aangewezen als voorterrein B mogen worden verhard doch
niet worden bebouwd, behoudens met benzinepompen en daarbij behorende
bedieningsgebouwtjes.
Artikel 13.
Wegen en verharding.
De gronden aangewezen voor wegen en verharding zijn bestemd voor de
aanleg van wegen, voetpaden, rijwielpaden, rabatstroken e.d.
Artikel 14.
Parkeerplaats of -strook.
De gronden aangewezen voor parkeerplaats of -strook zijn bestemd voor de
aanleg van verharde stroken voor het parkeren van voertuigen.
Artikel 15.
Plantsoen en berm.
De gronden aangewezen voor plantsoen en berm zijn bestemd voor de aan-
leg van plantsoenen, bermstroken en andere groenvoorzieningen. Burge-
meester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen, in dier voege,
dat in plaats van of in samenhang met deze groenvoorzieningen wandel-
paden, kinderspeelplaatsen, parkeerhavens e.d. worden aangelegd.
Artikel 16.
Water.
De gronden aangewezen voor water zijn bestemd voor de aanleg en in-
standhouding van singels, vijvers e.d.
Par. 3 GEBRUIKSBEPALINGEN.
Artikel 17.
Gebruik van gebouwen en van onbebouwd blijvende gronden
na verwezenlijking van het plan.
1. Behoudens vrijstelling van burgemeester en wethouders overeenkomstig
het bepaalde in lid 2 en lid 3 is het verboden:
a. enig deel van een eengezinshuis of van een meergezinshuis aan zijn
bestemming tot woonruimte te onttrekken en te gebruiken of te
laten gebruiken voor doeleinden van andere aard;
b. in- of aangebouwde of vrijstaande bergingen behorende bij een ter
bewoning bestemd gebouw, alsmede autoboxen te gebruiken of te
laten gebruiken ais winkel- of toonkamer, als pakhuis of bewaar-
plaats van ter verhandeling bestemde goederen of als werkruimte
ter beroepsmatige uitoefening van enig bedrijf;