politiedwang is af te dwingen, aan burgemeester en wethouders te dele-
geren.
Artikel 19 van dezelfde par. regelt het gebruik van gronden en opstallen
die op basis van de gedetailleerde bestemmingen tot stand kunnen komen.
De artikelen in hoofdstuk III par. 1 bevatten een gebruiksregeling ter
bescherming van het plan in de periode, vooraafgaande aan de daadwerke-
lijke realisering ervan. De grondgedachte is, dat bestaand gebruik onge-
hinderd mag voortduren, doch dat voor veranderingen in dat gebruik de
bestemmingen van het plan maatgevend zijn. De vrijstellingsklausules in
lid 3 van de artikelen 21 en 22 bevatten de mogelijkheid om redelijke aan-
spraken op grondgebruik dat afwijkt van de plannormen te honoreren.
Par. 2 van hoofdstuk III bevat in gewijzigde redaktie de vanouds be-
kende overgangsbepalingen inzake verbouwingsplannen en herbouwplannen.
De gebruiksregels van par. 1 blijken daarbij een gereed aanknopingspunt
om de toelaatbaarheid van dergelijke bouwplannen mede in relatie te bren-
gen met het toegelaten gebruik van de desbetreffende bestaande gebouwen.
De Provinciale Planologische Commissie en de Eerstaanwezend Ingenieur
der Genie te Amsterdam hebben tegen het plan geen bezwaren.
Behoort bij raadsbesluit van 30 mei 1968, nr. 60.
De voorzitter,