206
25 juli 1968
storing op te heffen door dit voorstel te aanvaarden. Ons voorstel aanne-
men kost geld, dat is zeker waar, ons voorstel verwerpen kost meer,
omdat daardoor het hart van de gemeente Heemstede wordt aangetast".
De heer Verkouw zegt dat het de raad niet zal verwonderen dat zijn
fractie zich graag aansluit bij het betoog van de heer De Ruiter. Spreker
kan zich niet herinneren, zolang hij lid van de raad is, dat ooit gebruik is
gemaakt van artikel 15 van het reglement van orde van de raad. Spreker
wil dat uitdrukkelijk stipuleren; er is hier dus sprake van een novum.
Zijn fractie is van mening dat het ook een novum moet blijven. Dit moet
geen regel worden. Burgemeester en wethouders immers zijn het die
krachtens de wet zijn geroepen om alles voor te bereiden wat in de raad
aan de orde komt. Dat is de regel. En al krijgt het college niet altijd
de gehele raad mee, in het algemeen mag toch worden gesteld dat het
college geen weerbarstige raad tegenover zich vindt maar meestal een
raad die zich in meerderheid achter de voorstellen van burgemeester en
wethouders schaart. Dit is ook enige maanden geleden gebeurd met het
voorstel van het college ten aanzien van de voortzetting van de exploitatie
van het Minervatheater. Dat voorstel is evenwel voor de exploitant niet
aanvaardbaar gebieken. Dat betekent dus sluiting van het theater. Een
beslissing die niemand met gejuich zal begroeten. Het is naar de mening
van spreker niet zo vreemd dat een aantal leden van de raad naar art. 15
van het reglement van orde heeft gegrepen om een laatste poging in het
werk te stellen om het Minervatheater voor de gemeenschap te behouden.
In deze poging willen voorstellers niet alleen hun medeleden betrekken
die met het gezicht naar het college zijn gekeerd, maar ook de medeleden
die met de voorzitter het dagelijks bestuur van de gemeente vormen. De
voorzitter heeft zojuist wel gezegd dat het college niet zover heeft kuimen
gaan dat het het voorstel van de initiatiefnemers heeft kunnen overne-
men, maar aan de andere kant hoopt spreker dat de leden van het college
individueel zich niet zô op hun standpunt hebben vastgelegd dat de wet-
houders niet bereid zouden zijn in een voorstel is nu eenmaal niet alles
te zeggen om, zoals de raadsleden altijd naar de voorzitter en de wet-
houders luisteren, nu omgekeerd naar de argumenten van de initiatief-
nemers te luisteren. Spreker heeft deze opmerking als inleiding op zijn
speeche willen maken om de zaken zuiver en recht te stellen.
Het is niet sprekers bedoeling hij heeft dat ook heel duidelijk in de
financiële commissie gezegd alle argumenten welke voor en na zijn
aangevoerd en in den treure zijn herhaald, hier nog weer eens breed uit
te meten. Er is de heer De Ruiter heeft het reeds opgemerkt ernstig
gezocht naar een voorstel dat binnen de perken zal blijven en dat toch
zowel voor de exploitant als de gemeente acceptabel zou kunnen zijn. Op
dit punt wil spreker heel openhartig zijn. Zowel de heer De Ruiter als
spreker hebben enige weken geleden een gesprek gevoerd met de heer
Hoogeveen en zijn financiële adviseur, de heer Smit. Het resultaat van
dat gesprek is het voorstel zoals het thans ter tafel ligt, hetwelk zowel
voor de raad als voor de exploitant aanvaardbaar zou kunnen zijn. Spre-
ker vraagt nog de aandacht voor enkele zakelijke argumenten. Zaterdag
j.l. heeft spreker een gesprek gehad met de heer Hoogeveen over de wijze
waarop hij zich de verdere ontwikkeling met betrekking tot het Minerva-
theater voorstelt. Het is thans zo dat in elk geval sprake is van stabiliteit.
Er is in 1967 een tendens geweest tot een zekere vooruitgang en deze
ontwikkeling zet zich, en dat is een gunstig teken, voort. Een argument
dat dus zeker genoemd mag worden. Voor het nieuwe seizoen spreker
geeft ze maar in de volgorde waarin de heer Hoogeveen ze heeft genoemd
staan op het programma: enige avonden van Wim Sonneveld; het op-
treden van een engels gezelschap voor leerlingen van scholen uit Haarlem
en Heemstede, omdat daarvoor in de Haarlemse schouwburg geen gele-