25 juli 1968
207
genheid is; een uitvoering van de Heemsteedse Gymnastiekvereniging „De
Gazellen"; avonden van de Volksuniversiteit; de wereldreizigersserie; een
t uitvoering van Aerdenhouts Kindertoneel; 4 uitvoeringen van een operette-
vereniging uit Zandvoort, welke bezocht zullen worden door 1800 mensen
uit die gemeente. Uit het feit dat vanuit Haarlem, Zandvoort en Aerden-
hout uitvoeringen in het Minervatheater worden gegeven blijkt, dat het
theater ook een zekere regionale betekenis heeft. Spreker noemt verder
een avond voor de aandeelhouders van de Kon. Shell met voorlichting
over de olieboringen; een serie concerten door het Noord-Hollands Phil-
harmonisch orkest; de Heemsteedse Kunstkring, spreker zegt er onmid-
dellijk bij dat de Heemsteedse Kunstkring op dit moment wat in moei-
lijkheden verkeert maar zij heeft ernstige plannen om door te gaan; en
vervolgens de normale middagen voor de verkeersbrigadiertjes; voor de
uitreiking van diploma's voor veilig verkeer. Spreker moet deze opsom-
ming wel een beetje triest eindigen, maar dat was ook het laatste waar-
mee de heer Hoogeveen kwam, door het noemen van de zgn. kerstboom-
verbrandingsochtend. Dat is erg triest en spreker hoopt dat het niet een
symbool is voor het karakter van deze vergadering.
Spreker kan verder vermelden dat er op een goede wijze zal worden
doorgegaan met het organiseren van de avonden voor donateurs van de
vereniging Vrienden van Minerva. Voorts dat uit de vereniging Vrienden
van Minerva een groep deskundigen zal worden gevormd, welke zich
rondom de heer Hoogeveen zal scharen om hem te stimuleren, te activeren
en te adviseren. Verder heeft het personeei van de heer Hoogeveen, waar-
van verschillende leden vanaf de oprichting van het theater in dienst van
deze werkgever zijn, zich bereid verklaard het niet productieve gedeelte
van de uren dat het voor het theater werkzaam is, aan de opknapbeurt
van het theater mee te werken.
Er ia door de wethouder en ook door enkele leden van de financiële
commissie opgemerkt, waarom de heer Hoogeveen het met de reeds toe-
gezegde subsidie van f 90.000,niet aandurft, want dat voorstel zou beter
zijn dan het voorstel dat nu ter tafel ligt, n.l. een subsidie van 60.000,
De heer Hoogeveen kan niet in de toekomst zien en degenen die nu voor
het behoud van het Minervatheater ijveren evenmin. Natuurlijk zit in de
voortzetting van de exploitatie van het Minervatheater een risico-element.
Maar dit risico-element zal gemakkelijker aanvaard worden en zijn onder-
nemingslust zal evenzeer geprikkeld worden, wanneer de heer Hoogeveen
althans voor een deel bevrijd zal worden van zijn dagelijks terugkerende
financiële zorgen. Die zorgen werken verlammend en doden elk initiatief.
Er is dus tussen beide voorstellen niet alleen een wezenlijk verschil maar
in het nieuwe voorstel ligt bovendien een belangrijke psychologische factor
die voor de heer Hoogeveen moet meespreken en die ook de raad zal
moeten aanspreken.
Er is nog een belangrijk punt dat niet onbesproken mag blijven. Het
college had het de raad heel wat gemakkelijker kunnen maken door met
een duidelijk omlijnd altematief te komen. Toen hierop door spreker in de
vergadering van 25 april werd gewezen, heeft de wethouder geantwoord:
„Het is helemaal niet uitgesloten dat op een of andere manier spreker
zegt dus helemaal niet dat het Minervatheater binnenkort zal verdwijnen
noch dat het theater ooit zal verdwijnen een alternatief zou kunnen
worden gevonden". Dat was een uiterst vaag antwoord, maar dat kan
de wethouder nauwelijks kwalijk worden genomen. Dat valt hem niet aan
te rekenen, want het college hééft geen altematief. De financierings-
perikelen, het prioriteitenschema, en de minder gunstige financiële pers-
pectieven voor de komende begroting zijn evenzovele beletselen om met
een plan voor een cultureel centmm of wat er op lijkt, te komen. Is het
dan geen zaak om alle krachten te bundelen teneinde datgene wat men
heeft te behouden? Wie nu nee zegt, weet, dat het in Heemstede de