210 25 juli 1968 voorstel in te gaan. Spreker is er niet zeker van dat de heer Hoogeveen een nieuw voorstel zal accepteren. Over 2 maanden zegt hij weer dat hij het niet doet. De heer Van der Hulst citeert inzake de kwestie 3 of 6 jaar letterlijk uit de notulen: ,,De secretaris zegt: „De geldleningen moeten eveneens worden terugbetaald indien na verloop van 3 jaar het bestaansrecht van het theater niet overeenkomstig het omschrevene is aangetoond en dien- tengevolge de eigenaar binnen 3 jaar na verloop van de eerste periode van 3 jaar het theater een andere bestemming geeft, het theater verkoopt, verhuurt of wegschenkt." De heer Willemse zegt dan: „Ik vraag mij af waarom de toevoeging van die tweede 3 jaar er bij moet." En dan zegt de secretaris: ,,Want anders kun je hem nog pikken na 10 jaar, stel dat hij de exploitatie nog 10 jaar voortzet." Hier wordt dus wel gesproken cver een periode van 6 jaar. Het voorstel van 25 april werd met 17 stemmen aangenomen. De toen- malige voorstemmers hebben ongetwijfeld de gedachte gehad, dat de kans groot was dat de 90.000,onder hypothecair verband niet terugbetaald behoefde te worden. De kleine kans dat dit wel moet gebeuren blijkt voor de exploitant, en spreker meent terecht, een te grote onzekerheid. Om het theater voor Heemstede te behouden moet er dus een voorstel komen dat allereerst voor de exploitant aanvaardbaar is. Dat ligt nu ter tafel. Nu wordt de raad gevraagd 60.000,extra subsidie te verstrekken weike, behoudens bijzondere omstandigheden in het voorstel vermeld, niet terugbetaald behoeven te worden. Giobaal gezien is er dus tussen de beide voorstellen het volgende geringe verschil. Op 25 april werd voorge- steld f 90.000,extra subsidie te verstrekken met vrijwel de zekerheid dat het bedrag niet zal worden terugontvangen en nu wordt er voorge- steld f 60.000,extra subsidie te verstrekken zonder terugbetaling. Spre- ker acht dit in de gevoelssfeer een bijzonder klein verschil. De raad had er, zoals spreker toen de stemming peilde, op voorhand misschien al enige vrede mee dat die 90.000,na 3 jaar niet zou worden terugbetaald. Is dit geringe verschil nu voor de 17 voorstemmers in de vergadering van 25 april geen aanleiding om vöör het voorstel dat aan de orde is te stemmen Mevr. Vriesendorp wil haar handtekening onder het voorstel rechtvaar- digen. Spreekster heeft helemaal niet met cijfers gemanipuieerd. Zij heeft alleen haar handtekening gezet omdat zij van oordeel is dat, indien het raadsbesluit van 25 april wordt gehandhaafd, het Minervatheater abso- luut verdwijnt en de gemeente kan niet zonder dit theater. Dit theater is een deel van Heemstede geworden. Spreekster schaart zich achter de groep van Heemsteedse artsen welke in april een brief tot het gemeen- tebestuur heeft gericht met de aanbeveling te trachten het Minervatheater te behouden. De vöorzitter: „Er is altijd gesproken over een brief van de artsen. Ik kan u mededelen dat die brief burgemeester en wethouders nimmer heeft bereikt." Mevr. Vriesendorp zegt, na een gesprek met enige artsen over deze kwestie die brief te hebben gelezen. Zij begrijpt er niets van. Zij zal dit graag onderzoeken. Spreekster is het met de heer Willemse eens dat het gemeentebestuur niet moet gaan waken over de risico's welk de exploitant loopt. Zij heeft dus alleen maar getekend omdat, wanneer de raad dit voorstel aanvaardt, de heer Hoogeveen met de exploitatie van het Minervatheater wil door- gaan. Niet-aanvaarding betekent definitieve sluiting van het Minerva- theater. Zij is het met de heer Verkouw eens dat binnen 10 jaar geen nieuw dorpshuis (zo zal spreekster het maar noemen) kan worden ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 14