25 juli 1968 213 helaas verstaan „het valt me toch mee, het zou jammer zijn geweest als het verloren zou zijn gegaan". Degene die dat zel was wethouder Van Wijk en spreekster hoopt dat hij ook nu zal inzien dat het gebrek aan voorstellingsvermogen vaak een reden is dat er dingen gebeuren die onherroepelijk zijn. Indertijd hebben veel mensen zich eenvoudig niet kuxmen voorstellen wat er nog met het Oude Slot te beginnen was. Nu zeggen velen, ja het valt toch mee. Als de raad besluit om het voorstel niet aan te nemen dan is het, ondanks het gesprokene door de heer Rücker, de schuld van de raad dat het Minervatheater de nek wordt omgedraaid. Het is eenvoudig een kwestie van te weinig subsidie. De heer Rücker: ,,Hier komt overvragen bij." Mevr. Cohen: „Wilt u dat zeggen vam iemand die al jarenlang privégeld in deze onderneming heeft gestoken?" Spreekster begrijpt dat de heer Rücker van ondernemersstandpunt gezien, de expioitatie van de heer Hoogeveen eenvoudig een onmogelijkheid vindt. Maar als de heer Hoo- geveen dan tenslotte het risico te groot acht, dan zegt de heer Rücker: „het is zijn schuld". De gemeente is in haar taak, en daar blijft spreekster bij, volstrekt tekort geschoten, vooral als men ziet wat andere gemeenten op dit gebied doen. Spreekster weet dat het niet mag, maar als zij een vergelijking maakt met de begroting van de sportparken, waaruit blijkt dat alleen al aan subsidie voor de sportparken 13,50 per inwoner wordt gegeven, dan is het spreekster eenvoudig een raadsel waarom niet een zesde deel daarvan per hoofd van de bevolking aan een cultureel doel zou kunnen worden besteed. Spreekster denkt dat zij het zakelijk niet zolang uithoudt. Zij zal dan ook eindigen met een zeer emotioneel beroep op de raad te doen. Zij her- innert er aan dat 240 Heemstedenaren zonder verder na te denken, een handtekening onder een beroepschrift hebben gezet en daarmee 1% mil- joen gulden schade hebben toegebracht aan een sociaal uiterst beiangrijk instituut. Ais zij dat vergelijkt met de 450 Heemstedenaren die, geïnspi- reerd door een hard ploeterend bestuur van de Vrienden van Minerva, bereid zijn geweest financiële offers te brengen, dat 1000 anderen daaraan een donatie hebben gegeven, dan is het haar eenvoudig een raadsel waarom de ene groep van Heemstedenaren zo anders wordt behandeld dan de andere. Zij geeft toe dat deze vergelijking op heel veel punten mank gaat. Zij bedoelt echter, dat in dit geval veel te weinig aandacht wordt geschonken aan de wensen van de bevolking. Hoewel het hier om een betrekkeiijk kiein bedrag gaat zegt de meerderheid van de raad dat het teveel is. Spreekster ziet het als een taak van de gemeente om het Minervatheater te helpen behouden. De gemeente heeft die taak al die jaren eenvoudig verwaarloosd. Men moet het Minervatheater niet zien als een gewone zaak die moet renderen. Dat is de kern waar het om gaat. Wie het zo ziet zegt natuurlijk: ,,geen cent meer voor het Minervatheater", wie de geheel andere belangen ziet zegt: „dit is een taak voor de ge- meente". Ais de gemeente de nodige steun aan het Minervatheater ont- houdt, dan gaat zij lekker verder parasiteren op de nabuurgemeenten en dan zegt de raad: „kijk eens wat hebben die een zwakke begroting en wat doen wij het toch goed." De heer Scheer moet toch werkelijk opkomen tegen de suggestie, dat degenen die niet bereid zijn verder te gaan dan de beslissing van 25 april, zich op het standpunt zouden stellen dat het Minervatheater maar ter ziele moet gaan. Er is gesproken over de nek omdraaien, over de deur dicht gooien, enfin het een was al mooier dan het ander. Spreker meent namens de meerderheid van de raad te spreken als hij zegt, dat zij zeker niet met een glimlach het theater zal zien verdwijnen. De gehele raad zal het op prijs stellen wanneer het Minervatheater in stand blijft, zij het dan op een betere wijze geëxploiteerd dan tot nu toe. Spreker heeft een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 17