25 juli 1968
217
men: 12 repetities voor schoolvoorstellingen, welke eventueel ook nog wel
elders gehouden kunnen worden; 15 repetities van Toon Hermans, welke
geen culturele manifestaties kunnen worden genoemd want daarbij is
geen publiek aanwezig; 3 avonden van sportverenigingen; 2 repetities van
sportverenigingen2 uitvoeringen van muziekverenigingen; 2 uitvoeringen
van toneelverenigingen4 avonden voor operetteverenigingen; 2 avonden
voor de Ned. Jeugd Gemeenschap; 4 avonden voor kindertoneelvoorstel-
lingen; 2 reclame-shows waarvan het de vraag is of het culturele mani-
festaties betreft; 1 avond voor het Leger des Heils; 6 avonden voor de
wereldreizigersserie3 concerten van het N.H. Philharmonisch Orkest.
Vanwege de slechte akoestiek van de zaal kan spreker alleen maar aan-
bevelen naar het concertgebouw in Haarlem te gaan want daar klinkt
bet orkest veel beter. Opgeteld blijven er ongeveer 75 culturele manifes-
taties over, waar dan ook alles onder is begrepen. Het aantal en het
gehalte staan in geen enkele verhouding tot wat in de stadsschouwburg
in Amsterdam of in Haarlem wordt gegeven. Natuurlijk kan niet worden
verlangd dat dan voor het Minervatheater dezelfde bedragen per hoofd
der bevolking worden opgebracht als voor de schouwburgen in Amsterdam
en Haarlem. Dat is een vergelijking die volkomen mank gaat. Als de
burgers van Heemstede wisten wat er eigenlijk precies in het Minerva-
theater aan cultuur wordt geboden, zouden zij niet om het theater vragen
en de meerderheid van de bevolking vraagt er in feite ook niet om.
De heer Verkouw heeft gezegd dat het college en de leden van het
college individueel bereid moeten zijn naar de argumenten van de raad
en vooral van die leden van de raad die vöôr dit voorstel zijn, te luisteren.
Burgemeester en wethouders hebben ernstig geluisterd. Spreker heeft in
dit voorstel naarstig gezocht naar nieuwe argumenten welke in het voor-
stei van 25 april niet zouden voorkomen. Hij kan ze niet vinden en daarom
kan hij van zijn oude standpunt niet afstappen.
De heer Verkouw heeft voorts opgemerkt, dat het college als het
Minervatheater gesloten wordt, geen alternatief heeft. Hij heeft ook ge-
zegd, dat de wethouder bij de vorige behandeling van deze zaak, heel vaag
heeft opgemerkt, dat men in dat geval eens zou kunnen kijken wat er
dan zou kunnen gebeuren. Spreker vindt het duidelijk dat het college
vôör zo'n situatie zich werkelijk heeft aangediend, moeilijk kan zeggen
dat het alvast naar een andere mogelijke oplossing zai zoeken. Wei be-
staat er voor sportverenigingen, muziekverenigingen e.d. grote behoefte
aan de mogelijkheid om een zaaltje te huren. Die mogeiijkheid bestaat
er echter ook nog wel buiten het Minervatheater als daar naarstig naar
zou worden gezocht. Het is het college niet onbekend dat daar misschien
een oplossing voor zal moeten worden gevonden en het college heeft in
zijn laatste vergadering, ter voorbereiding van deze discussie, dan ook al
gesteld dat het daar met emst naar wil zoeken. Spreker ziet helemaal
niet in dat het 10 jaar zal moeten duren voordat daar een oplossing voor
eou kunnen worden gevonden. Die oplossing misschien in combinatie met
een sportzaal, hoeft helemaal geen miijoen te kosten. Burgemeester en
wethouders willen daar naarstig naar zoeken. Dit is geen toezegging
want het is vanzelfsprekend dat burgemeester en wethouders dit nastre-
ven. Op het ogenblik kan daarvoor natuurlijk geen omlijnd voorstei op
tafel worden gelegd.
Spreker is het geheel eens met de opmerking van de heer Willemse,
dat de gehanteerde termijn van 6 jaar volkomen uit de lucht is gegrepen;
het gaat over een termijn van 3 jaar. In het voorstel van 25 april wordt
een extra bijdrage toegekend van 90.000,onder verband van 2e hypo-
theek, en nu wordt er voorgesteld een bijdrage van 60.000,- fonds
perdu te geven. Dat is 30.000,minder dan de raad bereid was te
geven en daarbij is niet eens gezegd dat die 90.000,onder aile om-