218 25 juli 1968 standigheden moeten worden terugbetaald. De terugbetaling kan in Iatere jaren nog nader worden bezien. Mevr. Cohen zou graag de kemvraag beantwoord zien of er behoefte bestaat aan het Minervatheater ja of nee. Spreker wijst mevr. Cohen er op, dat indertijd op verzoek van de raad aan enkele deskundige instanties is 'verzocht een oordeel over de bestaansmogelijkheden van het Minerva- theater te geven. Deze rapporten luidden negatief; in ieder geval bleek daaruit dat met het Minerva-theater niets te beginnen was. Mevr. Cohen„Die instanties hebben de vraag waar het om ging n.l. of in de gemeente behoefte aan het Minervatheater bestaat, volkomen genegeerd. In die rapporten staat: „dat zoeken jullie maar uit, dat kun- nen wij niet beoordelen". Wethouder Corver: ,,Dat kunnen wij in ieder geval eerst beoordelen na het instellen van een heel uitvoerig onderzoek, dat zeker een jaar zal vergen." Mevr. Cohen„Een dergelijk rapport is ons toegezegd, dat staat in de notulen." Wethouder Corver meent dat met dat onderzoek dan wellicht zal moe- ten worden begonnen. Dat zal ook veel geld kosten. Bovendien zou dat dan moeten gebeuren vôördat met een eventueel nader voorstel dat door de P.v.d.A.-fractie wordt gewenst, kan worden gekomen. Het is onmoge- lijk een gedegen onderzoek in een kort tijdsbestek in te stellen. Mevr. Cohen heeft verder gezegd, dat zij er naar van wordt dat een cultureel centrum spreker heeft al getracht duidelijk te maken dat hij onder een cultureel centrum iets anders verstaat dan het Minervatheater dat voor 85% bioscoop is wordt vergeleken met een kruidenierszaak. Spreker ziet het Minervatheater als een zakelijke onderneming welk mede voor een klein gedeelte het voldoen aan culturele behoeften na- streeft. Deze zakelijke ondememing kan niet geëxploiteerd worden zonder een zeer grote bijdrage van de gemeente. Die bijdrage omgerekend per culturele manifestatie ligt in verhouding ver boven wat andere gemeenten op dit gebied doen. De vergelijking welke mevr. Cohen maakt met het Oude Slot gaat volgens spreker niet op. Van het Oude Slot waar spreker overigens altijd een tegenstander van is geweest; mevr. Cohen heeft hem nog niet horen mompelen staat in ieder geval nog iets overeind. Van het Mi- nervatheater staat als spreker het goed heeft begrepen op het ogenblik niet zo heel veel meer overeind. Van de door mevr. Cohen gemaakte vergelijking met andere Heem- stedenaren die ook handtekeningen hebben gezet, begrijpt spreker niets, want die handtekeningen betreffen een zaak waar de raad eenvoudig niets tegen kan doen. Spreker is het met de heer Van Berckel eens dat, als mevr. Cohen het Minervatheater zou willen behouden, zij en niet het gemeentebestuur een beroep zou moeten doen op de bevolking van Heemstede om niet voor f 7,50 of voor f 6,— 4 kaartjes voor bioscoopvoorstellingen in de wacht te slepen, maar om bereid te zijn voor 4 kaartjes b.v. f 50,te betalen om zodoende een reëele bijdrage voor de instandhouding van het Minerva- theater te leveren. Dan zou in ieder geval blijken dat een deel van de bevolking van Heemstede bereid is om iets voor het Minervatheater te offeren. Op het ogenblik is dat nog altijd niet gebleken. De voorzitter stelt in verband met de voortschrijdende tijd voor, dat niet ieder lid in tweede instantie het woord voert. Uit het debat is wel duidelijk naar voren gekomen dat voor het ingediende voorstel geen meerderheid is te vinden. Spreker stelt voor dat aan de voorstellers in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 22