222 25 juli 1968 De heer De Ruiter: „Ik heb gezegd: „weest bereid om de de vorige maal ontstane communicatiestoring op te heffen door ons voorstel te aanvaarden. Ons voorstel aannemen kost geld, ongetwijfeld, ons voorstel verwerpen kost meer, omdat daardoor het hart van de gemeente wordt aangetast." Dat is letterlijk wat ik heb gezegd. Ik begrijp niet hoe het bij u opkomt om te zeggen dat ik een beschuldiging heb geuit." De voorzitter: „V66r het door u aangehaalde hebt u verklaard: besef raad van de gemeente Heemstede dat u de verantwoordelijkheid draagt, en als u dit voorstel afstemt dan bent u schuldig aan de sluiting van het Minervatheater De heer De Ruiter: ,,Ik heb het woord schuldig niet in mijn mond ge- nomen." Spreker vindt het heel begrijpelijk dat in een dergelijk debat, waar vanzelfsprekend iedereen probeert zich in te zetten voor de zaak welke hij voorstaat, wordt gesteld: „als de raad het voorstel niet aan- vaardt, gaat het theater verloren." Dat is een duidelijke zaak. Spreker voelt ook geen behoefte om die woorden terug te nemen. Maar dat is iets ahders dan een ander in de juridische zin van het woord schuldig te ver- klaren. Wethouder Corver zegt dat de heer De Ruiter dat misschien niet ge- cegd heeft raaar mevr. Cohen. In ieder geval is het door een der voor- ctellers zo gesteld. Dat zou spreker met de voorzitter nooit wiilen aan- vaarden. Spreker zou de heer De Ruiter nog eens willen vragen, of hij het Minervatheater werkelijk het hart van de gemeente vindt. Spreker heeft toch zojuist voorgelezen welke culturele manifestaties in het Minerva- theater gehouden zijn. De heer De Ruiter hoopt dat het raadhuis het werkelijke hart van de gemeente is. Los daarvan is een gemeente meer dan een opsomming van huizen en winkels. Laat men nu dat heel weinige wat er op cultureel gebied is trachten te behouden. Voorstellers pleiten er zo voor omdat zij menen dat ook bij een kleine gemeenschap cultuur hoort. Wethouder Corver: „Het weinige wat er is, dat zegt u terecht." De heer De Ruiter: „Ja, heel weinig is er en dat moet men zien te behouden." Wethouder Corver: „Kn daar wilt u grote bedragen aan subsidie voor geven." De heer De Ruiter: „Als er 5 theaters in Heemstede waren zouden wij niet pleiten voor het behoud van een theater dat niet exploitabel is, maar omdat het Minervatheater het enige theater in Heemstede is, en het iaatste als de raad dit voorstel afwijst, pleiten voorstellers er zo voor." De heer Verkouw zegt dat het raadslidmaatschap een vermoeiende be- zigheid is. Spreker meent dat de voorstellers strijden voor een goede zaak en als zij dan ten onder moeten gaan dan willen zij dat met ere doen. Ben enkel woord dus nog. In de vorige vergadering, waarbij de voorzitter niet aanwezig was, heeft spreker zich enigermate gedistancieerd van zijn fractiegenote, maar nu zou spreker haar graag een complimentje geven voor de zakelijke en de inderdaad ook wel emotionele wijze waarop zij het voorstel heeft verdedigd. Goddank ook emotie, want dat is een wezen- lijk deel van de mens en als het emotie met hersens is, dan luistert spre- ker er graag naar, ook als het van een andere zijde komt. Spreker zal niet op alle details welke in het debat naar voren zijn gekomen, ingaan. Waar gaat het nu om Het besluit van 25 april was voor de heer Hoogeveen niet acceptabel. Van het nu ingediende voorstel heb- ben de heer Hoogeveen en zijn financiële adviseur gezegd, dat het wel acceptabel zou zijn en dat zou dus het behoud van het Minervatheater

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 26