25 juli 1968
231
Gasontploffing Herenweg 20
De heer Bücker zegt dat de voorzitter aan het begin van de vergade-
ring van 30 maart 1967 enige ogenblikken heeft stilgestaan, terecht naar
sprekers opvatting, bij de gasontploffing in de woning Herenweg 20
waarbij het gezin Mulder ernstig is getroffen. De voorzitter heeft toen
verteld dat een diepgaand onderzoek zou worden ingesteld; dat een
reconstructie van het gebeurde ter plaatse zou plaatsvinden en dat het
rapport en alle gegevens aan de officier van justitie ter hand zouden
worden gesteld, zodat deze zaak het volle pond zou krijgen. Voor zover
spreker bekend, heeft de raad nimmer enig bericht bereikt over de eind-
conclusie van het onderzoek. Spreker stelt er prijs op van de voorzitter te
vernemen wat het resultaat van dat uitvoerig onderzoek is geweest.
De voorzitter antwoordt dat het hem niet gegeven is dit mede te delen
omdat het procesverbaal aan de officier van justitie is gezonden. Tot nu
toe is vanwege het parket van de officier van justitie niet tot vervolging
overgegaan, althans geen nader onderzoek ingesteld.
De heer Bücker: „Mag daar de conclusie uit getrokken worden dat deze
zaak geseponeerd is
De voorzitter: „Dat mag ik niet zeggen. Ik weet het niet."
De heer Biieker: Dus is het nog altijd mogelijk dat daaromtrent een
afgeronde conclusie ter kennis wordt gebracht."
De voorzitter: „Ik kan niet anders zeggen dan dat het resultaat van
het uitvoerige onderzoek is neergelegd in een proces-verbaal, dat is toe-
gezonden aan de officier van justitie."
De heer Biieker: ,,De kern van mijn vraag is of, als de conclusie bekend
is, deze dan ook inderdaad ter kennis van de raad wordt gebracht."
De voorzitter: „Dat spreekt vanzelf. Maar ik weet niet of er een con-
clusie komt."
De heer Bücker gaat er dan voorlopig van uit, de omstandigheden
wijzen er althans op, dat deze zaak geseponeerd is. Spreker weet niets van
het tempo waarin de rechtbank werkt, maar deze zaak is thans 1% jaar
oud. Spreker vraagt of er geen aanleiding bestaat om de heer Muider
althans integraal schadeloos te stellen voor de materiële schade welke hij
bij dit ongeval heeft geleden. De heer Mulder heeft natuurlijk een enorm
leed moeten ondergaan doordat 63 jaar gelukkig huwelijksleven abrupt
werd afgesloten. Spreker meent dat er in ieder geval voor het college
aanleiding zou kunnen zijn om zich te beraden over de vraag of het niet
reëel zou zijn de heer Mulder, althans materieel, dat is de enige moge-
iijkheid waarin hij compensatie kan krijgen, tegemoet te komen.
De voorzitter begrijpt wel dat de heer Rücker met deze vraag worstelt,
maar vindt het toch jammer dat hij deze vraag heeft gesteld omdat
daaraan zo gauw de verkeerde conclusie kan worden verbonden dat de
gemeente in gebreke zou blijven. Schadeloosstelling kan slechts verleend
worden als er sprake is van schuld. Eerst moet dus worden vastgestek1
of de gemeente schuld heeft wil zij aansprakelijk zijn voor een schade-
loossteliing.
De heer Büeker: „Mag ik het dan misschien aan de genialiteit van het
eollege overlaten om na te gaan of niet een financiële tegemoetkoming
kan worden gegeven zonder dat uitdrukkelijk sprake is van een schade-
vergoeding?"
De voorzitter: „Dat kan alleen ingevolge de Algemene Bijstandswet."
De heer Biicker: „Dat is nu juist niet de bedoeling van mijn vraag."
De voorzitter: „Zolang er geen sprake is van schuld aan de zijde van de
gemeente mag en kan geen schadevergoeding worden gegeven. Dat zou
een schenking worden van de gemeente."