25 juli 1968
201
Volksgezondheid verbonden met de Stichting School- en Beroepskeuze
ln Alkmaar. Toen die besprekingen resultaat bleken op te leveren, is er
door de beide confessionele stichtingen subsidie gevraagd. Zo ligt de
volgorde, maar die doet er verder niet toe. Omdat, ondanks jarenlang
overleg, met Haarlem geen resultaat kon worden bereikt, hebben burge-
meester en wethouders contact gezocht met de beide genoemde stichtin-
gen, waarvan raadsstuk no. 99 het resultaat is. Spreker wil er op wijzen
dat niet wordt voorgesteld om deze stichtingen te subsidiëren maar de
gemeente bij deze stichtingen te doen aansluiten, waarvoor dan per inwo-
ner een bedrag wordt betaaid en welke aansluiting recht geeft op het
gebruikmaken van de diensten welke de stichtingen verlenen. De subsidie-
aanvrage van de confessionele stichtingen ligt dus wel iets anders. De
stichtingen te Alkmaar, dat staat ook in de stukken, werken op multi-
confessionele basis. Men heeft zoveei mogelijk getracht krachten aan te
trekken die geschikt zijn om, uitgaande van de verschillende levensbe-
schouwelijke opvattingen, adviezen uit te brengen. Men kan dus niet
zeggen dat het gemeentebestuur zich nu aansluit bij stichtingen welke
voor de confessionele richtingen niet aanvaardbaar zijn. Wanneer men
daarnaast nog graag ziet dat het gemeentebestuur ook financiële bijstand
verleent aan de confessionele stichtingen, dan zou dat nog nader moeten
worden overwogen. Spreker was enigszins voorbereid op deze vraag. Hij
heeft dan ook geprobeerd, in de korte tijd welke hem daarvoor ten dienste
stond, in Alkmaar na te vragen hoe de financiële verhouding tussen die
twee stichtingen nu precies is. Men zou n.l. uit de stukken de indruk
kunnen krijgen dat de stichting school- en beroepskeuze wel degelijk
financieel leunt op de bijdragen van de gemeenten aan de stichting gees-
telijke volksgezondheid. Gezien het feit dat het vakantietijd is voor het
onderwijs en dus ook de bureaux van deze stichtingen op het ogenblik
voor het grootste deel onbemand zijn, is het spreker niet gelukt om
daarin meer duidelijkheid te verkrijgen. Spreker meent dat, wanneer dat
wêl duidelijk is geworden, het college nog eens moet bekijken of daarin
eventueel een motief zou kunnen worden gevonden om voor de beide
confessionele stichtingen financieel ook nog iets te doen. Wanneer dus
de heer Willemse en mevr. Gaasterland vragen om deze zaak aan te hou-
den, dan wil spreker daar geen bezwaar tegen maken. Spreker weet
echter niet hoe het collega daartegenover staat. Hij dacht wel dat het
billijk is deze zaak nog eens nader te bekijken zodat een meer gepreciseerd
antwoord kan worden gegeven.
De heer Willemse is blij met het antwoord van de wethouder. Naar
aanleiding van hetgeen de wethouder heeft gezegd zou hij nog iets willen
opmerken. Spreker kan met de wethouder meegaan wanneer hij stelt,
da.t de bijdrage welke de stichting geestelijke volksgezondheid te Alkmaar
zal worden gegeven uit hoofde van de aansluiting van de gemeente, niet
direct een subsidie kan worden genoemd. In feite is het toch wel zo dat
de stichting geestelijke volksgezondheid uit de gemeentekas gelden krijgt
om daarmee te werken. Wanneer de confessionele bureaux voor school-
en beroepskeuze geen bijdrage of subsidie krijgen, zal het toch wel, in
verband met de bijdrage die de ouders moeten betalen, verschil uitmaken
bij welk bureau kinderen getest worden. De wethouder heeft gelijk als hij
zegt dat de opzet van de stichtingen Noord-Holland is, op multi-confes-
sionele basis te werken. Het moet echter niet zo zijn dat, wanneer ouders
van respectievelijk katholieke of protestantse kinderen er de voorkeur aan
geven om hun kinderen te laten testen door de twee gespecialiserde eon-
fessionele bureaux, zij daar eigenlijk niet toe zouden kunnen komen omdat
de tarieven verschillend zouden liggen. Spreker meent dat de ouders van
deze kinderen het recht hebben hun kinderen bij de instellingen op levens-
beschouwelijke basis te laten testen. Ook voor spreker is de tijd wat kort