202 25 juli 1968 geweest om deze aspecten tot op de bodem uit te diepen. Hij zal gaarne ln de naaste toekomst over deze aangelegenheid nog eens wat naders van de wethouder vememen. Mevr. Gaasterland zegt dat, of men nu een bijdrage geeft krachtens een aansluiting bij een bepaald bureau of een subsidie zonder meer, beide vormen financiële consequenties geven. De feiten welke spreekster heeft gedebiteerd heeft zij geput uit de brief van de confessionele stichtingen. Het werk dat de beide confessionele stichtingen hebben gedaan is toch niet overbodig geweest, hetgeen blijkt uit het feit hoelang en hoeveel zij gewerkt hebben. Spreekster is erg blij met de toezegging van de wethou- der. De voorzitter zegt dat het college met de toezegging van de wethouder akkoord gaat. j. schrijven van burgemeester en wethouders dd. 17 juli 1968 inzake rang- schikking van kapitaalswerken op het prioriteitenschema. Zonder hoofdelijke stemming kan de raad zich hiermede verenigen. SUBSIDIËRING MINERVA-THEATER De voorzitter zegt dat door 6 leden van de raad het volgende voorstel is ingediend. Heemstede, 15 juli 1968. Aan de Raad, Nu de heer Hoogeveen te kennen heeft gegeven de exploitatie van het Minervatheater te zullen beëindigen, nadat hij het laatste voorstel tot sub- sidiëring van Burgemeester en Wethouders had ontvangen, willen onder- getekenden, leden van de Raad der Gemeente Heemstede, een laatste poging doen om tot een ook voor de Heer Hoogeveen aanvaardbaar voor- stel te komen, waardoor het Minervatheater voor Heemstede behouden kan blijven. Uitgangspunt is hierbij het voorstel dat voor de Heer Hoogeveen niet aanvaardbaar bleek, maar dat met betrekkelijk kleine wijzigingen aanvaardbaar te maken is. In het door de Raad op 25 april 1968 aanvaarde subsidievoorstel werd onder meer gesteld dat de Heer Hoogeveen gedurende drie jaar een extra subsidie zou verkrijgen van f 30.000,welke bedragen zouden worden verleend onder verband van een tweede hypotheek. Indien na afloop van deze drie jaren niet was aangetoond dat het theater rendabel kon worden geëxploiteerd, moest de extra subsidie worden terugbetaald, tenzij de exploitatie nog drie jaar zou worden voortgezet. Aangezien niet mag worden verwacht dat de exploitatie binnen drie jaar met slechts 30.000,subsidie rendabel zal zijn, en het evenmin waarschijnlijk is dat de Heer Hoogeveen na 3 jaar f 90.000,zou willen terugbetalen, komt dit voorstel feitelijk neer op een extra subsudiebedrag van f 90.000,— over 6 jaar te verdelen, derhalve f 15.000,per jaar. De totale jaarlijkse subsidie zou dan gedurende 6 jaar f 45.000,per jaar, dus in totaal f 270.000,bedragen. In het eerder vermelde voorstel had de Gemeente dus feitelijk een verplichting van f 270.000,verdeeld over zes jaar, op zich genomen. Dit voorstel is echter voor de Heer Hoogeveen niet aanvaardbaar enerzijds omdat het bedrag van f 45.000,per jaar vooralsnog te weinig is voor een sluitende eploitatie, anderzijds omdat de verplichting over een te lange periode moet worden aangegaan. Ondergetekenden zijn er echter van overtuigd dat het mogelijk is een tussenvoorstel te doen zowel de Heer Hoogeveen als voor de Gemeente

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 6