109
4e afd.
26 september 1968
COMMISSIE VOOR DE BEROEPSCHRIFTEN
De Raad der gemeente Heemstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 augustus
BESLUIT:
In te stellen een Commissie voor de beroepschriften en voor deze commissie
vast te stellen de voigende verordening.
VERORDENING, regelende de bevoegdheid,
samenstelling en werkwijze van de
commissie voor de beroepschriften.
Artikel 1.
In de gevallen waarin op grond van enig wettelijk voorschrift, een
gemeentelijke verordening daaronder begrepen, bij de gemeenteraad beroep
is ingesteld tegen een besluit van burgemeester en wethouders of een
besluit van de burgemeester, wordt op dit beroep beslist door de commissie
voor de beroepschriften, hierna genoemd ,,de commissie".
Artikel 2.
De commissie bestaat uit vijf leden, door de gemeenteraad uit zijn
midden benoemd, met dien verstande dat leden van het college van burge-
meester en wethouders niet voor benoeming in aanmerking komen.
De gemeenteraad bepaalt welk lid voorzitter en welk lid plaatsvervan-
gend voorzitter der commissie zal zijn.
De gemeenteraad benoemt uit zijn midden tevens een eerste en een
tweede plaatsvervangend lid.
De gemeentesecretaris en bij diens afwezigheid of ontstentenis de
waarnemend gemeentesecretaris treedt op als secretaris der commissie.
Artikel 3.
De leden en plaatsvervangende leden der commissie die ophouden lid
van de gemeenteraad te zijn of die benoemd worden tot wethouder, houden
daarmede op lid, c.q. piaatsvervangend lid van de commissie te zijn.
De leden en plaatsvervangende leden kunnen te allen tijde hun ontslag
nemen. Zij dienen dit schriftelijk in bij de gemeenteraad. Zij die ontslag
hebben genomen, blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging
Is voorzien.
Artikel 4.
De burgemeester stelde de voorzitter onmiddellijk in kennis van een inge-
steld beroep en doet hem zo spoedig mogelijk de voor de behandeling van
het beroep nodige stukken toekomen.
De voorzitter draagt zorg dat de voor behandeling van een ingesteld
beroep nodige stukken voor zoveel nodig tijdig ter kennis komen van de
leden der eommissie.
Artikel 5.
De vergaderingen van de commissie worden belegd door de voorzitter,
die voor de oproeping van de overige leden zorg draagt met mededeling
van de agenda. Bij afwezigheid van een of twee leden roept de voorzitter
het eerste plaatsvervangend lid, c.q. beide plaatsvervangende leden op.
De voorzitter belegt een vergadering binnen 14 dagen nadat hij in kennis
is gesteld van een ingesteld beroep, als bedoeld in artikel 1. De vergadering
wordt alsdan ten hoogste 10 dagen daama gehouden.