26 september 1968 255 in de considerans van het besluit. Persoonlijk ziet spreker er geen be- zwaar in eenvoudig te zeggen, dat uit aesthetische overwegingen het beroep ongegrond wordt verklaard. Zo wil spreker het te nemen besluit wel interpreteren. Spreker zal later zeker niet zeggen: maar toen heeft de raad al een besluit genomen waarin die punten eigenlijk allemaal al beslist zijn. Spreker dacht ook namens het college te spreken. De voorzitter meent goed te doen de raad onder het oog te brengen, dat het ontwerp-besluit slechts één enkele zin bevat n.l.: „het ingestelde be- roep ongegrond te verklaren". Na het gesprokene door de heer Van der Hulst en het antwoord daarop van de wethouder, lijkt het spreker, dat wel vaststaat dat de raad er niet voor voelt het beroep gegrond te ver- klaren in verband met de eisen aan een gebouw in die omgeving te stel- len. Zou later een nieuw bouwplan ingediend worden en burgemeester en wethouders zouden dat ook afwijzen, dan zal de raad, na ingesteld be- roep, zich daarover weer moeten uitspreken. Mevr. Vriesendorp zegt niet in de commissie voor openbare werken te zitten en ook niet achter haar advies te staan. Er komt dus nu een com- missie voor de beroepschriften en spreekster acht die ook wel nodig. De voorzitter gaat er vanuit dat de gehele raad en dat is ook wel waar, want in de commissie voor openbare werken hebben vertegenwoordigers van alle fraeties zitting dit beroep ongegrond zal verklaren. Nu een groot deel van de raadsleden over deze zaak zwijgt, zou spreekster graag willen weten of iedereen de situatie ter plaatse heeft gezien. Zij vindt dat bijzonder belangrijk. De raad kan natuurlijk geheel op de wet- hcuder vertrouwen maar spreekster vindt dat men zelf de situatie moet hebben gezien om zich een gefundeerd oordeel te kunnen vormen. De wethouder heeft o.a. gezegd dat natuurlijk rekening moet worden gehouden met de mening van de buren. Dat is spreekster helemaal met hem eens, maar er blijkt niet uit het besluit dat de buren gehoord zijn. Spreekster zou willen weten of de omwonenden hierin gekend zijn. Appel- lant heeft gezegd dat hij begreep dat men plannen met de Cruquiusweg had. Hij is daarom bereid een soort noodkeet te plaatsen welke later weer gemakkelijk verkocht zou kunnen worden. Dat lijkt spreekster toch een aardige toezegging omdat dan later geen moeilijkheden met betrekking tot de verbreding van de Cruquiusweg zullen ontstaan. Spreekster vindt het een heel ernstige zaak om het beroep ongegrond te verklaren. Zij zou bijna degenen die de situatie niet hebben bekeken, willen vragen zich eens uit te spreken dat zij er niet geweest zijn, want zwijgen betekent toestemmen. De heer Verkouw wil namens zijn fractie verklaren dat althans één lid van de fractie de situatie heeft bekeken. Als het aan haar lag zou de raad de gevraagde vergunning verlenen. Gehoord de besprekingen en ge- hoord het advies van de commissie voor openbare werken en het antwoord van de wethouder, is spreker, hoezeer hij kan voelen voor de argumen- tatie van mevr. Vriesendorp, van mening dat de zaak die de raad op het ogenblik vöör wil staan het meest gediend wordt door het advies van de commissie voor openbare werken dat door de voorzitter is onderstreept op te volgen en dan verder de ontwikkeling aan te zien, welke mis- schien bepaalde mogelijkheden schept zowel voor burgemeester en wet- houders als eventueel in beroep voor de raad. De heer Van der Hulst is daar wel tevreden mee. De commissie voor openbare werken heeft eigenlijk nadrukkelijk willen stellen, en spreker meent dit ook gedaan te hebben, dat zij zich door het beroep ongegrond te verklaren niet âan de gehele considerans van het besluit wil binden. De commissie zou zich in haar latere besluitvorming daardoor ernstig gehinderd voelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 23