266
31 oktober 1968
schien het geven van garantie voor een geidlening in overweging kunnen
worden genomen, waardoor dus de vereniging gemakkelijk in staat is de
benodigde geldmiddelen te lenen. Spreker weet niet of die mogelijkheid
is onderzocht. Wellicht wil de wethouder hierover nadere inlichtingen
geven.
De heer Willemse zegt dat de val welke hij zojuist heeft gemaakt in
geen enkel verband staat met wat hij nu over de Barmhartige Samaritaan
zou willen zeggen. Het leek er misschien wel op, maar er waren nog geen
e.h.b.o.-ers in de zaal aanwezig toen hem dit gebeurde.
Mevr. Vriesendorp heeft o.a. gezegd, dat bij een door deze vereniging ge-
houden collecte is gezegd: „dit is voor de e.h.b.o." Spreker kan zich best
voorstellen dat dit is gezegd en in wezen is dat ook wel juist, want zowel
de leden van de algemene vereniging als de r.k.-vereniging vragen natuur-
lijk niet aan iemand die een ongeluk heeft gehad: waartoe behoort u".
Beide verenigingen helpen onmiddellijk en beide gebruiken het woord
e.h.b.o. zonder meer. Spreker weet niet om welke redenen de r.k.-vereni-
ging zich indertijd min of meer heeft afgescheiden van de algemene ver-
eniging. Spreker zou zich kunnen voorstellen dat men vanuit r.k.-stand-
punt heeft geredeneerd, dat het toch wel eens kan voorkomen dat een
bepaald standpunt moet worden ir.genomen. Hij kan zich indenken dat
bij een ernstig ongeluk de vraag wordt gesteld naar welk ziekenhuis de
betrokkene wil worden vervoerd en of hij geestelijke bijstand verlangt en
dat, wanneer zo'n vraag zelfs niet eens gesteid kan worden, men daarvoor
zorgt. Hoe dan ook, deze vereniging bestaat nu eenmaal een aantal jaren
en zij heeft het gemis gevoeld aan een eigen ruimte.
Spreker vraagt zich af of het wel juist is deze subsidie onder de wer-
king van de verordening voor de sport- en jeugdverenigingen te laten vallen.
Daar zou over gediscussieerd kunnen worden. Persoonlijk meent spreker
dat deze aanvrage niets met die verordening te maken heeft. Het is z.i.
in dit verband dan ook niet juist dat mevr. Vriesendorp sprak over de
halve bouwkosten.
De heer Van Berckel heeft al gezegd dat deze vereniging door eigen
initiatief en helemaal door eigen zelfwerkzaamheid gekomen is tot de
stichting van dit verenigingsgebouw. Nu kan men wel zeggen dat het
beter zou zijn geweest als het bestuur tevoren met het gemeentebestuur
rond de tafel was gaan zitten, maar spreker weet dat nog niet. Hij meent
dat wat nu gepresteerd is zonder hulp van de overheid, toch zeker zo
lofwaardig is.
Met betrekking tot de aangeroerde exploitatiemogelijkheid van het ge-
b°uw merkt spreker op, dat het gebouw voor zijn dagelijkse verzorging
behoorlijke kosten zai vergen. Deze kosten moeten ook worden opge-
bracht en zullen misschien voor een deel uit de exploitatie moeten komen.
Spreker ziet niet direct dat de exploitatie dermate winstgevend zou kun-
nen zijn dat daaruit de kosten voor de verwarmingsinstallatie kunnen wor-
den bestreden. Spreker bedenkt ineens dat misschien ook de algemene
é.h.b.o.-Vereniging van dit lokaal gebruik zou kunnen maken. Een suggestie
van spreker in de richting van de r.k.-vereniging om ook die mogelijk-
heid te overwegen.
Spreker kan er begrip voor opbrengen dat de meerderheid van de raad
meent dat met een subsidie van f 3.600,voor de inrichting van het ge-
bouw de raad zich al van zijn goede kant laat zien en dat de vereniging
zelf voor de verwarming moet zorgen. Het initiatief en wat tot dusver is
gepresteerd in het oog houdende, gelooft spreker, dat de vereniging alle
mogelijke moeite zal doen om dit te bereiken. Spreker vraagt of, als de
vereniging hierin niet helemaal zou slagen, zij na overlegging van alle
cijfers, toch nog eens aan de deur mag kloppen en of burgemeester en
wethouders een dergelijk verzoek dan alsnog in gunstige overweging zul-
len nemen.