307
12 deeember 1968
63.000 voortvloeiende uit het verleende krediet van 25 september 1.1.
betreffende het bouwen van een brandweerkazerne en het aan te leggen
voetpad langs de Leidsevaartweg. Nu wil het noodlot dat U met eenzelf-
de bedrag het subsidiepakket verhoogt: uitgerekend /63.000! U dwingt
mij wel zeer nadrukkelijk achter deze verhoging een vraagteken te stel-
len. Ieder jaar val ik het subsidiebeleid aan. De heer Verkouw noemt dit
in de Heemsteedse Courant stokpaardjes Hij moet daarbij wel beden-
ken, dat de door mij aangehaalde voorbeelden illustratief zijn bedoeld.
Indien ik protesteer tegen een verdubbeling van het subsidie aan de
Tuinliedenvereniging „Aerdenhout en Omstreken", een subsidie, die op
de Bloemendaalse subsidielijst niet voorkomt, dan houd ik met die 50
minder echt de inflatie niet tegen, maar dan acht ik de honorering van
tuinlieden, pardon, hoveniers, heden ten dage niet zodanig dat hun ver-
eniging in 1968 met 100 moet worden gesteund. Dit geldt in sterker
mate voor het subsidie ad 600 zo men hogere getallen wil horen
voor het voefcbalelftal van de heren ambtenaren. Ik lees in deze begroting
n.l. individuele verhogingen van jaarwedden met 4000. Laat deze bevoor-
rechte groep de burgerij niet lastig vallen met haar voetbalelftal. En als
ik lees dat de jeugdgroep van de „Koninklijke Roei- en Zeilvereniging
Het Spaarne" haar subsidie van /450 op /1.125 gebracht ziet, dan ben
ik zo vrij op te merken dat ouders de contributie dienen te betalen voor
de sportbeoefening hunner kinderen. Met opzet stel ik het hier algemeen,
want dit geldt niet alleen voor de roei- en zeilsport. Maar ik begrijp het
wel. Hier schuilt een ideologie achter. Het is deze ideologie, die irreële
idealisten kweekt en het zijn deze idealisten, die het land langzaam maar
zeker naar het bankroet helpen.
Concluderend: ik bemerk geen zucht naar bezuinigen. Wel heugt mij
de algemene verontwaardiging toen ik de post van 250.000 arbeidsloon
voor onze plantsoenen wenste verminderd te zien. Ook hier kan ik zeggen
met weinig effect deze raadszetel bezet te hebben. De post is aangegroeid
tot vier ton
In de Heemsteedse Courant heb ik moeten lezen dat ik nooit een alge-
mene beschouwing hield. Opmerkingen als hier geplaatst schijnen der-
halve als niet gezegd te worden beschouwd. Het is voor mij een reden
mijn algemene beschouwing dit jaar tot de helft te bekorten. Misschien
dat weinig woorden meer indruk maken dan veel. Mogen de uitgaven
gelijke tred houden met die weinige woorden. Dit is mijn wens voor het
jaar dat komen gaat."
Wethouder Corver zegt: „Geheel volgens de verwachtingen heeft deze
begroting geen aanleiding gegeven tot het voeren van heftige discussies
op financieel terrein en ook niet tot het opwerpen van grote problemen.
Ik geloof dat alle fractievoorzitters daarvan hebben getuigd. De heer
Verkouw heeft daarbij een bijzondere opmerking gemaakt. Hij heeft n.l.
gezegd, dat het een loffelijk streven van het college tegenover de wet-
houder van financiën is, om bij diens vertrek de raad een begroting aan
te bieden die zo weinig weerstand oproept. Men zou ook kunnen zeggen
dat het van de scheidende wethouder van financiën aardig is om met zo'n
goede begroting te komen. Zo heeft de heer Verkouw het dan misschien
niet willen zien maar zo zou ik het toch wel willen stellen, want hoewel de
verhouding van de leden tot elkaar in het college altijd bijzonder plezie-
rig is, een zö tolerante en vriendschappelijke neiging heb ik in het college
nooit ervaren.
Er zijn dus op het ogenblik niet zö grote financiële problemen behou-
dens dan de centrale financiering of liever gezegd de financiering in het
algemeen. Verschillende sprekers hebben getracht burgemeester en wet-
houders te bewegen pogingen in het werk te stellen om daarin verande-
ring te verkrijgen. Zo heeft de heer Willemse gezegd, dat burgemeester
en wethouders te bestemder plaatse duidelijk moeten gaan maken dat de