ngv
*W. If/
Lmtl
12 december 1968
308
centrale financiering nu maar eens afgelopen moet ziin De heer Ver-
kouw en ook enkele andere leden hebben er al heel summier op gewezen
dat juist kort geleden door de minister is bepaald, dat ook geldleningen
slulten by plaatselijke financiële instellingen of institutionele beleg-
gers, onder bepaalde voorwaarden, kunnen worden goedgekeurd Dat zou
ons bijzonder welkom zijn.
Er is door de sprekers op gewezen dat ieder jaar weer posten voor
rente en aflossmg voor verschillende kapitaalwerken worden opgenomen
welke werken hoogstwaarschijnlijk in het begrotingsjaar niet zullen
worden uitgevoerd, tengevolge waarvan de begroting geen reëel beeld zou
vertonen. Wanneer door de genoemde nieuwe maatregel de kans op uit-
voering van de voorgenomen kapitaalwerken groter zou worden zal de
begroting echter wel een reëel beeld geven.
Uiteraard is de nieuwe financieringsmogelijkheid in het college be-
sproken. Ik kan de raad meedelen, dat het college zich zeer binnenkort zal
wenden tot de financiële instellingen in deze gemeente met de vraag of
zij een mogelijkheid zien tot het verstrekken van een dergelijke burger-
zmlenmg als spreker het zo mag noemen met een rendement dat
A lager ligt dan het rendement van de leningen van de Bank voor
Nederl. Gemeenten. Als die mogelijkheid blijkt te bestaan zullen burge-
meester en wethouders moeten bezien welke objecten dan het eerst voor
uitvoermg m aanmerking zouden komen. Door de heer Verkouw ziin
daarvoor al genoemd de uitbreiding van het raadhuis en de verwarming
van het water van het zwembad. Dat zijn inderdaad objecten die bii ons
a len op de voorgrond staan. Andere objecten van de prioriteitenlüst
zouden daardoor dan ook weer wat meer naar voren kunnen komen zodat
misschien een bijna integrale uitvoering van de werken die nog op'stapel
staan, ka.n worden bereikt. Het is allemaal in een nog te pril stadium om
daar verder veel over te kunnen zeggen. Er bestaat goede hoop dat ein-
delijk de moeilijkheden veroorzaakt door de centrale financiering zullen
kunnen worden doorbroken. Ik geloof namens het college te mogen zeggen
dat, zodra het overleg met de financiële instellingen in een wat vffde;
gevorderd stadium zal zijn gekomen, burgemeester en wethouders de
raad over de gang van zaken verder zullen inlichten en eventueel met de
De haePrr wi.g ZUh!iCr'Pl6gen over de °Pstelllng van de prioriteitenlijst.
i hfft gevraagd of het colle&e sonls mmder bezorgd
pnVer de mogehjkheid in het komende jaar kapitaalwerken uit te voe-
veileden- Het antwoord van burgemeester en wethouders
uit^Iee-d nl« m afdelmgen gestelde vraag, is door de heer Wiilemse
uitgelegd als zouden burgemeester en wethouders eigenliik te kennen
feven ,dat toch niet aan het jammeren kunnen blijven. Hij vindt daarin
aanleidmg burgemeester en wethouders uit te nodigen van de financie-
deTSdftgfp beStemder Plaatse te gëluigen. Ik kan daarop antwoor-
d dat een geineente als Heemstede in een landelijk systeem van cen-
ri f anciermg niet 20 heel veel gewicht in de schaal kan leggen ook
al niet omdat onze moeilijkheden niet zô groot zijn als die van velé an-
teffrfwh^hitfnrt' Het is.dan ook loglseh dat dergelijke gemeenten een gro-
r gewicht m de schaal zouden kunnen leggen dan Heemstede. Niettemin
hprfeiHheSaeHff wethouders hebben, waar dat mogelijk was, van hun
bezorgdheid blijk gegeven en zij zullen dat, als het nodig is, blijven doen
althd wp[ whr rff? heeft voorts gevraagd of in de gemeentehuishouding
altijd wel voldoende aandacht wordt besteed aan de zo noodzakelnke
Uekkta^tm het m°geIijk is daar n°g meer op te letten met be-
trekkmg tot het vervullen van vakatures. ik mag in dit verband de ge-
meentesecretarls met ere vermelden ik doe dat helemaal zonder vofr-
kennis van het college en op eigen gezag - die ên voor de gemeente-
Seeretarie maar ook voor de gemcentelijke diensten er steeds op uit is
tot een grotere ëfficiency te komen. Op dat gebied zijn dan ook vor-