12 december 1968
310
De heer Verkouw heeft mij allereerst vriendelijke woorden toegevoegd
in verband met mijn toekomstig afscheid van de raad. Hij heeft de hoop
uitgesproken als ik hem goed heb begrepen dat ik het met de bur-
gemeester van mijn toekomstige gemeente net zo goed zal kunnen vin-
den als met de burgemeester van Heemstede, misschien nog beter, althans
op een ander vlak. Ik dank hem voor zijn vriendelijke wensen en ik hoop
dat zij in vervulling zullen gaan.
De heer Verkouw heeft met betrekking tot het centrale financierings-
systeem op zijn ietwat docerende toon hij heeft, zoals hij in de vo-
rige vergadering zelf heeft gezegd, de neiging om een stukje van de taak
van de wethouder van financiën over te nemen ondersteund wat het
college van plan is te gaan doen en hij heeft daar goed aan gedaan.
De huisvuilbelasting komt morgen aan de orde. De overeenkomst met
Haarlem maakt het mogelijk om hetgeen burgemeester en wethouders
nu hebben voorgesteld, als een overgangsmaatregel te zien. Wij zullen
ons nader moeten beraden hoe deze zaak zal worden als ook in Heemstede
de plastic zakken voor de emmers in de plaats zullen komen.
De heer Verkouw heeft verder de wanhopige naar een zaal zoekende
verenigingsman ten tonele gevoerd, daarbij ongetwijfeld doelende op een
deel van onze subsidiepolitiek met betrekking tot het Minerva-theater.
Ik dacht dat deze kwestie uitvoerig in de raad was besproken en dat het
overgrote deel van de raad had begrepen dat op dit punt geen onverant-
woorde en overgrote risico's mochten worden genomen. Deze beslissing is
n°de en met een enigszins bloedend hart genomen, zij het misschien enigs-
zins ten koste van het verenigingsleven, zoals de heer Verkouw dat
anoniem stelt, maar met de hoop dat er t.z.t. maatregelen kunnen wor-
den genomen die weer soelaas bieden. Burgemeester en wethouders ho-
pen daar in de toekomst oplossingen voor te zullen vinden.
De heer Bomans heeft gezegd, dat hij vindt dat hij met weinig effect
een raadszetel bezet omdat hij zo weinig succes heeft gehad met het
bestrijden van de gemeentelijke subsidiepolitiek. Ik weet niet of de heer
Bomans nu van mij verwacht dat ik de raad ervan ga overtuigen dat hij
zijn raadslidmaatschap met groot succes vervult. In de subsidies die de
heer Bomans aanvalt, zit ook een goede kant. Hij maakt o.a. bezwaar
tegen een subsidie van 600 voor het voetbalelftal van de ambtenaren,
die volgens hem een bevoorrechte groep vormen. Ik vind niet dat de amb-
tenaren een zo bijzonder bevoorrechte groep genoemd mogen worden. Dat
is maar net hoe men het uit wil leg.gen. Men zou evengoed kunnen zeggen
dat grote groepen in het vrije bedrijf meer bevoorrecht zijn dan de amb-
tenaren, dat is maar van welke kant men het bekijkt. 600,— om de ge-
meenschapszin in het ambtenarencorps te bevorderen is naar mijn mening
in een gemeente van de omvang van Heemstede geen onverantwoorde
uitgave. Een subsidie van 100,aan de Tuinliedenvereniging Aerden-
hout e.o. is een aardig gebaar van een nabuurgemeente, maar omdat
Bloemendaal het niet nodig acht deze vereniging te subsidiëren is het mis-
schien te overwegen die 100,— eens een keer te besparen teneinde op
dit gebied de heer Bomans de hand te reiken.
Als de heer Bomans spreekt over de subsidiëring van de jeugdgroep
van de roei- en zeilvereniging „Het Spaarne", dan moet hij daarbij alle
jeugdgroepen van alle sportverenigingen betrekken. Het intrekken van die
subsidies zou, sociaal gezien, een heel slechte maatregel zijn. Door deze
subsidies wordt de sportbeoefening door de jeugd ontwikkeld en bevor-
derd, een feit waarbij de gemeente zich bepaald niet ongeïnteresseerd mag
betonen. Mevr. van der Meulen zal daar ongetwijfeld iets meer over wil-
len zeggen.
De heer Bomans heeft zich verder zorgen gemaakt over de opgelopen
schuldenlast. Hij doet het voorkomen alsof de gemeente op een gegeven
moment voor betaling van die schuld zal staan en dat men zich dan geen